Auto kopen met de vennootschap of privé? (artsenkrant)

Fiscaal advies, Juridisch advies
1 november 2016 - Dirk van Collie

Auto kopen met de vennootschap of privé? (artsenkrant)

Dirk Van Collie van consultancybedrijf Alaska Group: “Als de wagen niet te duur is, niet te veel CO2-uitstoot heeft en ook in belangrijke mate privé wordt gebruikt, dan is een aankoop met de vennootschap inderdaad het interessantst. Dat is ook de formule waar men doorgaans voor kiest.”

Het is de gemakkelijkste weg, vervolgt van Collie. “De vennootschap koopt de wagen en neemt die op in de kosten. Zo is het volledige beroepsgedeelte per definitie al gedekt. Het stuk privégebruik wordt fiscaal geregeld door een forfaitair bepaald ‘voordeel van alle aard’ dat bovenop de bezoldiging geteld wordt. Dat voordeel van alle aard wordt berekend op basis van een formule met enkele parameters, zoals de cataloguswaarde, een CO2-coëfficiënt, de soort brandstof en de ouderdom van de wagen. Hoe duurder de wagen en hoe hoger de CO2-uitstoot, hoe hoger het voordeel van alle aard wordt en hoe minder interessant het wordt om de auto met de vennootschap te kopen. De risico’s van het autobezit, zoals kosten buiten garantie of niet-verzekerde schadegevallen, spelen in het voordeel van de vennootschap, want als zoiets met de wagen gebeurt, dan draait de vennootschap daar voor op.”

Privé voor beroepsgebruikers

Wie zijn wagen privé zou kopen, draait de redenering helemaal om. Dan hoeft niet langer het privégedeelte te worden ingeschat, maar moet wel het beroepsgedeelte worden verrekend.  Van Collie: “Aan de hand van een bijgehouden rittenadministratie - een logboek - rekent u dan het beroepsgebruik van de wagen door aan de vennootschap. Die doorrekening kan forfaitair of op basis van de werkelijke kosten. Forfaitair volg je de tarieven van de fiscale administratie en rekent u dit jaar 0,3363 euro per beroepskilometer door aan de vennootschap. Ofwel rekent u de werkelijke kosten door, die u zelf moet bewijzen, maar die voor een nieuwe wagen altijd hoger liggen. Paradoxaal genoeg is dat systeem – privé aankopen en het beroepsgedeelte doorrekenen aan de vennootschap -  vooral interessant als het beroepsgebruik groot is en het privégebruik eerder beperkt. In dat laatste geval riskeert u dat het forfaitair berekende voordeel van alle aard hoger ligt dan de werkelijke kosten van het privégebruik.”

Tantièmes voor hoge CO2-uitstoot

“We kunnen ook iets verfijnder tewerk gaan. Als u de wagen privé hebt aangekocht en volledig persoonlijk ten laste neemt, dan kan u  binnen de vennootschap jaarlijks een tantième toekennen die precies de kosten van de wagen dekt. Op die manier neemt u de autokosten als bedrijfsleider op in uw personenbelasting, maar de onkosten van de auto worden via die tantième in de feiten wel ten laste gelegd van de vennootschap. Binnen de personenbelasting geldt altijd een kostenaftrek van 75%, terwijl u voor bepaalde wagens in de vennootschap maar 50% kosten fiscaal kunt in aanmerking nemen. Via dat systeem kan u dure wagens met een hoge CO2-uitstoot en veel beroepsgebruik toch fiscaal vriendelijk krijgen. Wie dat systeem te complex vindt, kan gewoon de kosten doorrekenen aan de vennootschap. De meerwaarde blijft onbelast, maar de aftrek in de vennootschap kan wel 50% zijn in plaats van 75%.”

“De ironie van de Belgische fiscaliteit is dan dat u een wagen die u beroepsmatig vaak gebruikt, best privé aankoopt, terwijl u een wagen die u beroepsmatig weinig gebruikt beter aankoopt via de vennootschap. In het eerste geval zijn er veel meer mogelijkheden om kosten door te rekenen, werkelijk beroepsgebruik te bewijzen, enz. En in het tweede geval hoeft u het privégebruik niet werkelijk te berekenen, maar kan u terugvallen op een laag forfaitair voordeel van alle aard.”

Meerwaardebelasting

Een ander verschil heeft te maken met meerwaardebelasting bij verkoop van de wagen. Dirk Van Collie legt uit: “Zodra een wagen in de vennootschap afgeschreven is, is het fiscale sprookje ten einde. Gebruikt u hem verder, dan hebt u geen kostenaftrek of afschrijvingen meer. Dan blijven alleen de belastingen op het voordeel van alle aard over. Verkoopt u de wagen, dan betaalt de vennootschap belastingen op de meerwaarde van de auto. Als u een auto privé verkoopt, is er geen meerwaardebelasting. Privé kan u de wagen dus verkopen zonder extra belastingen.”

De twee besproken systemen kun je ook combineren: u kan de wagen privé aankopen en hem volledig verhuren aan de vennootschap. “Als u een privéwagen aan de vennootschap verhuurt, dan kan de vennootschap die huur volledig inbrengen als kosten, fiscaal aftrekbaar volgens het CO2-percentage. Ook het voordeel van alle aard blijft. De vennootschap neemt alle variabele kosten op zich en betaalt u de aankoop van de wagen terug via de huur. De eerste vijf jaar betaalt u op de huurinkomsten geen belastingen, want u mag de werkelijke kosten van uw huurinkomsten aftrekken en die liggen snel even hoog als de huurinkomsten. Na vijf jaar valt die afschrijving weg en betaalt u 30% belasting na een kostenforfait van 15%, maar u kan de wagen blijven verhuren aan de vennootschap. Verkoopt u de wagen of schuift u hem gewoon door naar de partner, dan stoppen de huurinkomsten, maar u betaalt geen meerwaardebelasting, want de auto was al in privé-eigendom. Dat systeem is een ideale oplossing voor wagens die niet snel hun waarde verliezen of waar men langer dan vijf jaar wil meer rijden.”

Kan men probleemloos overschakelen van het ene systeem naar het andere? Van Collie: “Zit de wagen in de vennootschap, dan bent u niet zo flexibel. U heeft de vaste afschrijvingen, die resulteren in een verlaagde boekwaarde. Als u dan na die afschrijvingen de auto verkoopt, dan kan u niet anders dan daar de meerwaarde op vast te stellen. Als de wagen privé is, kan u hem bijvoorbeeld gedurende vijf jaar verhuren aan de vennootschap en hem dan aan de vennootschap verkopen. De vennootschap kan die aankoopprijs dan nog eens gedurende vijf jaar afschrijven. Of u rijdt hem gewoon privé verder op.”

Dieselwagen

Dan is er nog de vraag of het op dit moment nog interessant is om een dieselwagen te kopen.  Van Collie: “We hebben enerzijds de shift van diesel naar benzine en anderzijds die van die twee brandstofsoorten naar elektrisch of hybride. De shift van diesel naar benzine weegt voor vennootschappen nog niet zwaar door. Op wat extra accijns aan de pomp na zijn de verschillen miniem. Een diesel verbruikt nog steeds minder en de fiscale CO2-niveaus zijn scherp. De brandstofkosten en de investeringskosten groeien naar elkaar toe en de keuze wordt dus persoonlijk: een benzinewagen rijdt zachter en genereert minder fijn stof. Als dokter zou u daar ook rekening kunnen mee houden, natuurlijk. Voor een privépersoon zal een benzinewagen wellicht iets voordeliger uitvallen, maar voor een vennootschap zouden we dat telkens moeten berekenen naargelang het type wagen dat je aankoopt.”

“Als u alle fiscale verschillen meerekent, zoals een laag voordeel van alle aard, 100% kostenaftrek, lagere inschrijvingstaks, lagere rijtaks per jaar, etc., dan komt een hybridewagen voor een vennootschap financieel ongeveer op hetzelfde neer als een gewone wagen ondanks de meerprijs. Maar u moet wel zorgvuldig afwegen of uw vennootschap de extra investering van een hybridewagen of een elektrische wagen financieel aandurft en aankan, want initieel is dat een grote hap uit uw budget. Finaal verdient u dat over vijf jaar wel terug en u bent natuurlijk ook vijf jaar veel milieuvriendelijker bezig geweest.”

Leasen of lenen?

Ook leasen kan een optie zijn. Dirk van Collie sluit af: “De vennootschap kan de wagen ook leasen en de niet-aftrekbare btw spreiden. Met een operationele leasing (met een restwaarde van meer dan 15%) bent u niet gebonden aan de verplichte afschrijvingstermijn van vijf jaar. Bij dat systeem kan u ervoor kiezen om de onkosten naar voren te halen door het eerste jaar bijvoorbeeld al 25% van de totale huurprijs te betalen. Omgekeerd kan u de restwaarde hoog houden, als u de optie na vier of vijf jaar niet licht, heeft u ook maar btw betaald op een deel van de waarde! Door te leasen valt er voor een arts dus toch nog wel een btw-voordeel te rapen.”

 

Luc Vander Elst

terug naar overzicht

Dirk van Collie

Vennoot Alaska Kortrijk-Ieper
+32 (0)56 22 26 02
+32 (0)495 59 83 37

Gerelateerde artikels

Fiscaal advies, Juridisch advies
6 januari 2020 - Dirk van Collie

Hoe optie voor onroerende verhuur met btw uitoefenen?

Wat ingeval van een stilzwijgende huurverlenging?

Lees meer
Fiscaal advies, Juridisch advies
20 mei 2019 - Dirk van Collie

Belastingvermindering voor rechtsbijstandverzekering

Welke toepassingsvoorwaarden?

Lees meer
Fiscaal advies, Juridisch advies
31 januari 2019 - Lieve Nelissen

Huurgeld als onderhoudsgeld betalen én fiscaal aftrekken, kan dat?

Betaalt u een onderhoudsgeld?

Lees meer

Nieuwsbrief

Altijd up-to-date blijven met Alaska

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws. Schrijf je meteen in voor de Alaska nieuwsbrief!