Bescherming tegen schuldeisers

Juridisch advies
28 april 2020

Bescherming tegen schuldeisers

Op 24 april 2020 verscheen in het Belgisch Staatsblad Koninklijk Besluit nummer 15 betreffende de tijdelijke opschorting ten voordele van ondernemingen van uitvoeringsmaatregelen en andere maatregelen gedurende de COVID-19-crisis. Bedrijven getroffen door de Corona – crisis worden door dit besluit beschermd tegen hun schuldeisers. Hiermee tracht de overheid te vermijden dat getroffen ondernemingen en masse failliet zouden worden verklaard (wat uiteraard een domino – effect zou teweegbrengen).  Deze maatregelen gelden vanaf 24 april tot 17 mei 2020, deze periode kan  verlengd worden. We gaan in deze bijdrage dieper in op het toepassingsgebied van deze tijdelijke opschorting en haar gevolgen.

Op wie van toepassing?

De door het KB verleende opschorting geldt voor alle ondernemingen (eenmanszaken, vennootschappen, verenigingen en stichtingen) waarvan de continuïteit bedreigd is door de COVID-19 pandemie. Ondernemingen die op 18 maart 2020 reeds in staking van betaling verkeerden, worden derhalve uitgesloten.

Wat met nieuwe faillissementen?

Ondernemingen die op 18 maart 2020 nog niet in staking van betaling verkeerden kunnen tijdelijk niet op dagvaarding failliet worden verklaard of gerechtelijk worden ontbonden. Enkel indien de onderneming instemt of indien het initiatief genomen werd door het Openbaar Ministerie kan de rechtbank een onderneming failliet verklaren op dagvaarding.

In normale omstandigheden hebben bestuurders van een onderneming de verplichting om de boeken neer te leggen (faillissement op bekentenis) binnen de maand nadat men zich binnen de voorwaarden van het faillissement bevindt: men kan niet meer betalen (staking van betaling) en men krijgt geen krediet meer (geschokt krediet). Het KB voorziet in een tijdelijke opschorting van deze verplichting. Men kan wel nog steeds vrijwillig het faillissement aanvragen.

Het KB voorziet ook in een bijzondere bescherming voor nieuwe kredieten (met inbegrip van krediet door leveranciers) dat tijdens de duur van de verleende opschorting aan beschermde ondernemingen wordt verleend. Het nieuwe krediet wordt beschermd tegen een later faillissement en hetzelfde geldt voor de zekerheden of handelingen die ter uitvoering van dat nieuw krediet tot stand komen. Bij een later faillissement wordt dit nieuwe krediet als een gewone schuld behandeld. Dit in tegenstelling tot de normale gang van zaken waarbij bepaalde, tijdens de verdachte periode gestelde, handelingen niet tegenwerpbaar kunnen verklaard worden bij faillissement. Geeft u een schuldenaar krediet, bevestig dit dan schriftelijk en verwijs naar de moeilijkheden die de klant heeft met betrekking tot de Corona – crisis.

Kan er nog beslag worden gelegd?

Er mag ten aanzien van de beschermde ondernemingen geen bewarend of uitvoerend beslag gelegd worden en er mag ook geen enkel middel van tenuitvoerlegging worden aangewend of voortgezet op de goederen van de onderneming.

Dit tijdelijk verbod geldt voor alle schulden van de onderneming waarbij de datum van het ontstaan van de schuld van geen belang is.

Wel  kan er nog bewarend of uitvoerend beslag worden gelegd op onroerende goederen evenals kan er op schepen nog bewarend beslag worden gelegd.

Bescherming van ondernemingen met een gehomologeerd reorganisatieplan

Voor ondernemingen onder gerechtelijke reorganisatie (het vroegere WCO) worden de betalingstermijnen, die opgenomen zijn in een gehomologeerd reorganisatieplan, verlengd met de duur van de door het KB verleende opschorting. Deze verlenging kan ertoe leiden dat de  maximumtermijn van vijf jaar voor dergelijke plannen hierdoor overschreden wordt.

Lopende overeenkomsten

Voor overeenkomsten die gesloten werden vóór 24 april 2020 wordt de mogelijkheid van eenzijdige of gerechtelijke ontbinding wegens wanbetaling van een opeisbare geldschuld uitgesloten.

Deze opschorting belet evenwel niet dat men verplicht blijft om de opeisbare schulden te betalen. Ook andere contractuele sancties zoals de exceptie van niet-uitvoering, de schuldvergelijking en het retentierecht blijven mogelijk.

Uitzonderingen

Indien men zich geconfronteerd ziet met een schuldenaar die zich ten onrechte achter deze nieuwe regelgeving verstopt kan men aan de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank vragen om te beslissen dat de onderneming niet onder het toepassingsgebied van het KB valt of dat de opschorting (geheel of gedeeltelijk) wordt opgeheven.

Aarzel niet om ons te contacteren indien u hierover vragen zou hebben.

terug naar overzicht

Gerelateerde artikels

Juridisch advies
28 augustus 2023 - Lisa Deschaeck

Aanmaning aan consumenten: verstrengde regels vanaf 01.09.2023

Vanaf 1 september 2023 treedt het nieuw boek XIX Wetboek Economisch Recht, “Schulden van de Consument” in werking,

Lees meer
Juridisch advies
13 mei 2022 - Lisa Deschaeck

Een roerende schenking online registreren? Een fluitje van een cent!

Via myminfin!

Lees meer
Juridisch advies
27 april 2022 - Lisa Deschaeck

Vlabel verduidelijkt limieten omtrent de “doorgeefschenking”

Enige verduidelijking

Lees meer

Nieuwsbrief

Altijd up-to-date blijven met Alaska

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws. Schrijf je meteen in voor de Alaska nieuwsbrief!