Gevolgen laattijdige indiening aangifte en de bewaartermijn boekhoudkundige stukken
Zowel in de BTW als in de vennootschapsbelasting gelden er vanaf 2023 gewijzigde verjaringstermijnen/onderzoeks- en aanslagtermijnen.
BTW (art. 81bis W.BTW)
Van toepassing m.b.t BTW die opeisbaar is geworden vanaf 01/01/2023.
De verjaringstermijn vangt in alle gevallen aan op de eerste dag van het kalenderjaar dat volgt op dat waarin de BTW opeisbaar werd. De gewone verjaringstermijn blijft ongewijzigd en bedraagt 3 jaar.
Wordt de periodieke BTW-aangifte niet of laattijdig ingediend, dan bedraagt de verjaringstermijn voor die maand/dat kwartaal 4 jaar.
De datum van indiening van de aangifte telt en niet de datum van betaling van het saldo.Sowieso geldt als voorwaarde dat de aangifte tijdig ingediend moet worden teneinde het tegoed terug te vorderen.
De indienings- en betalingsdata voor kalenderjaar 2023 zijn:
Aangifte m.b.t. handelingen van: |
Indienen uiterlijk: |
Betalen uiterlijk: |
|
Januari 2023 |
|
20/02/2023 |
20/02/2023 |
Februari 2023 |
|
20/03/2023 |
20/03/2023 |
Maart 2023 |
1e kwartaal 2023 |
20/04/2023 |
20/04/2023 |
April 2023 |
|
22/05/2023 |
22/05/2023 |
Mei 2023 |
|
20/06/2023 |
20/06/2023 |
Juni 2023 |
2e kwartaal 2023 |
10/08/2023 * |
20/07/2023 |
Juli 2023 |
|
08/09/2023 * |
21/08/2023 |
Augustus 2023 |
|
20/09/2023 |
20/09/2023 |
September 2023 |
3e kwartaal 2023 |
20/10/2023 |
20/10/2023 |
Oktober 2023 |
|
20/11/2023 |
20/11/2023 |
November 2023 |
|
20/12/2023 |
20/12/2023 |
December 2023 |
4e kwartaal 2023 |
22/01/2024 |
22/01/2024 |
* maandindieners met een vergunning ‘maandelijkse teruggave’ en starters moeten de aangifte indienen tegen respectievelijk 24/07/2023 en 24/08/2023 wanneer ze terugbetaling wensen van het tegoed.
- Het is dus aangeraden tijdig een onvolledige/nihil-aangifte in te dienen aangezien de 4-jarige termijn enkel van toepassing is bij niet of laattijdige aangifte en niet bij een onvolledige aangifte.
Ter info:
- 7-jarige verjaringstermijn: inlichting uit het buitenland, rechtsvordering, bewijskrachtige elementen of aanwijzingen van belastingontduiking,
- 10-jarige verjaringstermijn: bij vaststelling fraude.
- Tegoed moet ten laatste teruggevorderd worden vóór 31 december van het derde jaar dat volgt op de datum van het indienen van de aangifte waaruit het tegoed blijkt.
- Boetebeleid blijft gelijk: 100,00 EUR per aangifte en per maand vertraging, met een maximum van 1.000,00 EUR.
Administratieve toleranties: boetes kwijtgescholden als de aangifte uiterlijk de tiende van de volgende maand wordt ingediend. Tolerantie neemt niet weg dat de betaling laattijdig is en dus intresten verschuldigd zijn.
Vennootschapsbelasting (art. 354 WIB)
Van toepassing vanaf aanslagjaar 2023.
De aanslag mag worden gevestigd gedurende X jaar, te rekenen vanaf de eerste dag van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd:
- 3 jaar: bij tijdige, conforme aangifte
- 4 jaar: bij niet- of laattijdige aangifte
- 6 jaar: bij tijdige, conforme aangifte of bij niet- of laattijdige aangifte, in enkele specifieke gevallen:
- transfer pricing,
- betalingen aan belastingparadijzen,
- verrekening forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting,
- inlichting uit het buitenland,
- …
met name wanneer er een connectie is met het buitenland.
- 10 jaar: bij tijdige, conforme aangifte of bij niet- of laattijdige aangifte, in geval het gaat om een complexe aangifte
- 10 jaar: bij tijdige, conforme aangifte of bij niet- of laattijdige aangifte, in geval er sprake is van fraude
- Het is dus aangeraden tijdig een aangifte in te dienen. Behalve de verlengde onderzoeks- en aanslagtermijn, bestaat de kans dat er een aanslag van ambtswege gevestigd wordt.
Dit heeft aanzienlijke gevolgen: omkering van de bewijslast en mogelijk geen toepassing van fiscale aftrekken in dat jaar.
Wordt een onjuiste aangifte tijdig ingediend, geldt de 3-jarige onderzoeks- en aanslagtermijn en mogen geen fiscale aftrekken toegepast worden op het eventueel gecorrigeerde belastbare resultaat.
Bewaartermijn boekhoudkundige stukken
In het verlengde hiervan werd de wetgeving betreffende de bewaartermijn van de boekhoudkundige stukken eveneens gewijzigd.
Overeenkomstig de boekhoudwetgeving bedraagt de minimumbewaringstermijnen vanaf aanslagjaar 2023 voor:
- de wettelijke boeken (centraal boek, hulpdagboeken en inventarisboek): 10 jaar vanaf 1 januari van het jaar dat op de afsluiting volgt,
- de verantwoordingsstukken (o.a. facturen, creditnota's, bankuittreksels, voorraadlijsten): 10 jaar vanaf 1 januari van het jaar dat op de afsluiting volgt,
- de stukken die niet nodig zijn voor het bewijs tegenover derden (o.a. interne documenten): 3 jaar.
Indien uw klant gebruik maakt van een digitaal archief (bv. Clearfacts), moeten de boeken op zodanige wijze worden bijgehouden zodat volgende waarborgen gerespecteerd zijn gedurende bovenstaande minimale bewaringstermijn:
- materiële continuïteit,
- onuitwisbaarheid,
- regelmatigheid,
- onveranderlijkheid,
- toegankelijkheid,
- authenticiteit van de herkomst,
- integriteit van de inhoud,
- leesbaarheid,
Elke boekhoudstaat moet gedurende de volledige bewaringstermijn kunnen worden voorgelegd en afgedrukt.
Een langere bewaartermijn is aangewezen of zelfs verplicht in geval er sprake is van:
- BTW en onroerend goed (15 jaar/25 jaar),
- fiscale overgedragen verliezen (tot het moment van recupereren verlies),
- rechtsgeschillen,
- …

Dominique Berteloot
Gerelateerde artikels

Gevolgen laattijdige indiening aangifte en de bewaartermijn boekhoudkundige stukken
Gevolgen laattijdige indiening aangifte BTW & vennootschapsbelasting - Bewaartermijn boekhoudkundige stukken


Lening startende KMO duur 4 jaar
Sancties indien de looptijd niet gerespecteerd wordt.