Bewijs intracommunautaire levering versoepeld?
Opdat een intracommunautaire levering kan vrijgesteld worden van btw dient er niet alleen geleverd te worden aan een buitenlands btw-nummer, maar dient er ook aangetoond te worden dat de goederen het Belgische grondgebied hebben verlaten. In een recentelijke beslissing van 1 juli 2016 heeft de Btw-administratie aanvaard dat hiervoor met een zgn. bestemmingsdocument kan gewerkt worden. Wat houdt dit concreet in?
De btw-vrijstelling voor een intracommunautaire levering geldt niet onvoorwaardelijk. In de eerste plaats dient een Belgische btw-plichtige aan te tonen dat zijn goederen worden geleverd aan een ander dan Belgisch btw-nummer. Daarnaast dient de Belgische verkoper ook te bewijzen dat de goederen buiten België werden vervoerd. Kunnen deze voorwaarden niet aangetoond worden, dan zal de Btw-administratie niet nalaten Belgische btw na te vorderen met een boete daar bovenop.
De geldigheid van het buitenlands btw-nummer kan nagegaan worden op de zgn. VIES-website. Het bewijs dat de goederen het Belgische grondgebied hebben verlaten ligt in de praktijk vaak moeilijker, vooral wanneer de buitenlandse klant de goederen zelf komt ophalen in België. De verkoper mag het vervoer van de goederen aantonen door middel van een geheel van gebruikelijke handelsdocumenten zoals contracten, bestelbonnen, vervoersdocumenten en betalingsstukken. Om de bewijslast te verzachten en de verkoper meer rechtszekerheid te geven, aanvaardt de Btw-administratie voortaan dat met een zgn. bestemmingsdocument kan gewerkt worden in plaats van een vervoersdocument.
Het bestemmingsdocument moet attesteren dat de geleverde goederen in het bezit zijn van de koper die gevestigd is in een andere lidstaat dan België. Dit document dient een aantal vermeldingen te bevatten zoals het btw-nummer van de verkoper en koper, een beschrijving van de goederen, een verwijzing naar de verkoopfactuur en de plaats waar de goederen aankomen. Zowel door de verkoper als de koper kan het bestemmingsdocument opgesteld worden, maar de correctheid ervan moet door de koper geattesteerd worden.
De verkoper moet er op zijn beurt voor zorgen dat hij het bestemmingsdocument ondertekend door de koper teruggestuurd krijgt. De recente btw-beslissing voert wel een weerlegbaar vermoeden van juistheid in als de verkoper de verkoopfacturen kan voorleggen indien hij het vervoer verricht, of een intracommunautaire opgave kan voorleggen voor de goederen die op het bestemmingsdocument voorkomen.
Het bestemmingsdocument staat als bewijs echter niet op zich. De Btw-administratie kan nog steeds andere documenten dan vervoerdocumenten kan opvragen om de juistheid van het bestemmingsdocument na te gaan. Een aantal modellen van de bestemmingsdocumenten zijn terug te vinden in de Btw-beslissing E.T. 129.460 van 1 juli 2016. Uiteraard kan ook uw dossierbeheerder u hierbij assisteren.
Dirk van Collie
Gerelateerde artikels
Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?
Grondige wijziging.
Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders
Laat uw premie herberekenen.
Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?
Wat zegt de minister van Financiën?