Btw op assistentie van zelfstandige verplegers bij esthetische ingrepen?

Sinds 1 januari 2016 zijn artsen die ‘louter’ esthetische ingrepen verrichten niet langer vrijgesteld van btw. Onlangs heeft de Btw-administratie zich nog uitgesproken over de btw-gevolgen voor zelfstandige verplegers die assistentie verlenen bij dergelijke esthetische ingrepen. Zijn hun prestaties dan ook niet langer vrijgesteld van btw?

Esthetische ingrepen die geen therapeutisch doel hebben zijn sinds begin 2016 niet meer vrijgesteld van btw. Artsen die dergelijke esthetische ingrepen verrichten dienen bijgevolg een btw-nummer aan te vragen. Het gaat hierbij niet enkel om esthetische prestaties die niet meer voorkomen in de RIZIV-nomenclatuur. Ook esthetische prestaties die daarop weliswaar vermeld worden, maar niet in aanmerking komen voor terugbetaling door het ziekenfonds zijn niet vrijgesteld van btw. Tandartsen blijven echter buiten schot van die gewijzigde btw-maatregelen.

De vraag stelt zich dan uiteraard wat de btw-gevolgen zijn voor zelfstandige verplegers die artsen assisteren bij dergelijke esthetische ingrepen. Op 28 november 2016 heeft Btw-administratie beslist dat die btw-wijzigingen niet gelden voor zelfstandige verplegers omdat zij immers geen artsen zijn. Voor hen speelt het dus geen rol of die esthetische prestaties al dan niet zijn opgenomen in de RIZIV-nomenclatuur. Verlenen zijn dus bijstand tijdens een ingreep, dan moeten zij dus geen btw in rekening brengen aan de behandelende arts. Dat geldt ook voor de naverzorging die zelfstandige verplegers verrichten na het uitvoeren van een esthetische ingreep.

Worden de aangerekende kosten door de behandelende arts vervolgens doorgerekend aan de patiënt in het kader van zijn ‘louter’ esthetische ingreep, dan moeten zij op die doorgerekende kosten wel btw in rekening brengen. Zij kunnen daar immers niet onderuit. Dat volgt uit het principe van bijzaak volgt hoofdzaak.

terug naar overzicht