Btw op invoer zonder btw-nummer van afnemer, vrijgesteld?
De invoer van goederen is onderworpen aan btw, tenzij die invoer gevolgd wordt door een vrijgestelde intracommunautaire levering. Op het invoerdocument moet dan wel het btw-nummer van de uiteindelijke koper vermeld worden, maar wat als de ingevoerde goederen geleverd worden aan een andere btw-plichtige klant dan diegene die vermeld staat op het invoerdocument. Moet op de invoer dan toch nog btw betaald worden, of kan hier het door het Europese Hof van Justitie in het leven geroepen ‘substance over form’ principe toegepast worden?
Op een invoer van goederen moet btw betaald worden in het land van invoer. Worden er bv. goederen ingevoerd vanuit een niet-Europees land, bv. vanuit Zwitserland of Amerika, en u voert die goederen in België in, dan betaalt u daarop in principe Belgische btw. Een uitzondering daarop bestaat evenwel wanneer die goedereninvoer gevolgd wordt door een intracommunautaire levering. Voert u bijgevolg goederen in, om die vervolgens te leveren aan een btw-plichtige koper in Nederland of Frankrijk, dan is die invoer vrijgesteld van Belgische btw. Die uitzondering staat ook opgenomen in het Btww-Wetboek.
Opdat die invoer dan kan vrijgesteld worden is wel vereist dat de invoeraangifte het btw-nummer vermeldt van de afnemer aan wie de goederen intracommunautair worden geleverd, dus in ons voorbeeld van de Nederlandse of Franse btw-plichtige koper. Zijn btw- nummer moet worden vermeld in vak 44 van de invoeraangifte, en daarnaast moet op het invoerdocument ook verwezen worden naar het wetsartikel welke voorziet dat een invoer gevolgd door een intracommunautaire levering is vrijgesteld van btw. In de zaak waarover het Hof van Justitie zich heeft moeten buigen, was wel een btw-nummer vermeld, maar dat was niet het btw-nummer van de koper waaraan de goederen uiteindelijk geleverd werden. Vraag is dus of op de invoer dan toch btw moet betaald worden, of kan die alsnog vrijgesteld worden in het licht van het zgn. substance over form principe, dat door het Hof van Justitie in het leven geroepen is?
Dat ‘substance over form’ principe laat immers toe dat een intracommunautaire levering toch vrijgesteld is van btw, ook al ontbreekt op de factuur, een formele voorwaarde voor de vrijstelling, zijnde het btw-nummer van de btw-plichtige koper. Zolang de materiële voorwaarden maar vervuld zijn, nl. leveren aan een btw-plichtige koper én de goederen worden verzonden naar een andere Europese lidstaat. Het Hof trekt die redenering door bij een invoer gevolgd door een intracommunautaire levering. De btw-vrijstelling bij invoer kan in dat geval niet geweigerd worden door het enkele feit dat de producten zijn geleverd aan een andere afnemer dan degene van wie het btw-nummer op het tijdstip van de invoer is opgegeven, mits wordt vastgesteld dat de invoer daadwerkelijk gevolgd wordt door een intracommunautaire levering en de importeur de bevoegde autoriteit te allen tijde naar behoren in kennis heeft gesteld van wijzigingen in de identiteit van de afnemers. De btw-vrijstelling kan dus volgens het Hof van Justitie niet geweigerd worden, maar dat neemt niet weg dat de btw-Administratie u alsnog kan sanctioneren met een boete.
Gerelateerde artikels
Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?
Grondige wijziging.
Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders
Laat uw premie herberekenen.
Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?
Wat zegt de minister van Financiën?