Circulaire over samenwerkingsverbanden in (para)medische sector
Kostendelende verenigingen kunnen in principe van een btw-vrijstelling genieten voor de diensten die zij aan hun leden verlenen. Onlangs heeft de Btw-Administratie zich in een circulaire uitgesproken of een dergelijke kostendelende vereniging mogelijk is voor een paramedische praktijk die haar diensten verhuurt aan andere paramedische beroepsbeoefenaars.
Het doel van de btw-vrijstelling voor een kostendelende vereniging is om vrijgestelde belastingplichtigen zonder recht op btw-aftrek zoals ziekenhuizen en verzekeringsmaatschappijen toe te laten bepaalde gezamenlijke kosten te groeperen in een zgn. kostendelende vereniging zonder dat dit leidt tot een meerkost door niet-aftrekbare btw. De vergoedingen die worden aangerekend door de kostendelende vereniging die zijn verricht voor haar leden zoals IT-diensten, boekhouding, ter beschikking stelling van infrastructuur, vallen onder de btw- vrijstelling. De groepering is in principe zelf ook een vrijgestelde btw-plichtige, waardoor de btw op kosten voor haar dus ook niet recupereerbaar is.
In een recente circulaire laat de Btw-Administratie verstaan dat een kostendelende vereniging onder bepaalde voorwaarden ook mogelijk is voor een arts die zijn praktijk met daarin meerdere praktijkruimten (waarvan hij/zij eigenaar of huurder is) ter beschikking stelt aan andere artsen, zoals een wachtzaal, infrastructuur, etc. De andere artsen betalen daarvoor dan een vergoeding of staan een percentage af op hun ontvangen erelonen. De Btw-Administratie legt wel een aantal voorwaarden voor de btw-vrijstelling van de kostendelende vereniging op. Zo mogen o.m. de diensten enkel doorgerekend worden aan de kostprijs. Het afstaan van een vooraf bepaald percentage van de erelonen kan echter niet als kostendekkende factor beschouwd worden, aldus de circulaire.
De circulaire licht ook nog de situatie toe waarbij een arts enkel een wachtzaal ter beschikking stelt aan zijn collega-artsen. In principe gaat het dan gewoonweg om een onroerende verhuur die vrijgesteld is van btw. Betalen de andere artsen niet alleen voor de terbeschikkingstelling van het (para)medisch kabinet, maar ook nog voor andere bijkomende diensten, zoals een medisch secretariaat, administratieve ondersteuning, dan is dat uiteraard geen loutere verhuur meer. In dat geval zal dit beschouwd worden als één complexe dienstverrichting die onderworpen is aan het normale btw-tarief van 21%.
Dirk van Collie
Gerelateerde artikels
Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?
Grondige wijziging.
Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders
Laat uw premie herberekenen.
Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?
Wat zegt de minister van Financiën?