De effectentaks doorstaat eerste grondwettelijke toets?

Fiscaal advies
22 augustus 2018

De effectentaks doorstaat eerste grondwettelijke toets?

Sinds maart 2018 is er een effectentaks in voege, ook wel rijkentaks genoemd, waarbij een natuurlijke persoon 0,15% belastingen moet betalen als de totale gemiddelde waarde op binnen- en buitenlandse effectenrekeningen meer dan 500.000 euro bedraagt. Onlangs werd daartegen nog een voorziening tot schorsing van de wet bij het Grondwettelijk Hof ingesteld.

De effecten- of rijkentaks die sinds 10 maart 2018 van kracht is, heft 0,15% belastingen op effectenrekeningen van particulieren voor zover daar meer dan 500.000 euro op staat. Het gaat daarbij om bv. fondsen, beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde (certificaten van) gedematerialiseerde aandelen en obligaties, schatkistcertificaten, kasbons, warrants, enz. Die 500.000 euro geldt wel per belastingplichtige. Voor een gezamenlijke rekening van bv. echtgenoten gaat het dus om een bedrag van 1.000.000 euro. Vermits het om een gemiddelde gaat, wordt daarbij gekeken naar een referentieperiode die loopt van 1 oktober tot 30 september van het jaar daarop. Voor dit jaar, 2018, loopt die referentieperiode per uitzondering wel van 1 januari 2018 tot 30 september 2018.  

Die effectentaks zet wel de deur open naar een hoop kritiek. In de eerste plaats kan de vraag gesteld worden of de bezitter van een 500.000 euro op effectenrekeningen eigenlijk wel ‘rijk’? Daarenboven geldt die effectentaks niet voor aandelen op naam, maar alleen op klassieke effectenrekeningen. Ten slotte is de wet alleen van toepassing op natuurlijke personen. Ook de Raad van State had zich, bij het doorlopen van de wettelijke procedure voor de totstandkoming tot wet, kritisch uitgesproken op het wetsontwerp van de effectentaks.

Voor een rechtszoekende was dit een aanleiding om een voorziening tot schorsing van de wet in te stellen bij het Grondwettelijk Hof. Zijn argument was dat de effectentaks een significante daling van de koopkracht van de burgers zou teweeg brengen. Dat argument heeft het echter niet gehaald omwille van de reden dat die gewoonweg te algemeen geformuleerd is. De betrokkene had in kwestie voor een schorsing van de wet immers moeten duiden wat zijn moeilijk te herstellen nadeel zou zijn, maar dat was dus niet gebeurd. Voorlopig blijft de effectentaks dus overeind, maar er zijn echter nog een aantal voorzieningen tot schorsing bij het Grondwettelijk Hof ingesteld. We zullen dus nog even moeten afwachten hoe het Grondwettelijk Hof zich daarover zal uitspreken.

terug naar overzicht

Gerelateerde artikels

Fiscaal advies
25 april 2023 - Stefan Ghijsen

Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?

Grondige wijziging. 

Lees meer
Fiscaal advies
9 september 2022 - Stefan Ghijsen

Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders

Laat uw premie herberekenen.

Lees meer
Fiscaal advies
19 juli 2022 - Stefaan Kindt

Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?

Wat zegt de minister van Financiën?

Lees meer

Nieuwsbrief

Altijd up-to-date blijven met Alaska

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws. Schrijf je meteen in voor de Alaska nieuwsbrief!