De Super Nota: VVPR-bis & Liquidatiereserve op de helling?

Accountancy
29 augustus 2024 - Laurens Mesotten

De Super Nota: VVPR-bis & Liquidatiereserve op de helling?

De Super Nota van Bart de Wever schetst de eerste contouren van de beoogde hervormingen op het gebied van pensioenen, arbeidsmarkt, en uiteraard fiscaliteit. Een document dat alomtegenwoordig is in de actualiteit en zeker niet onopgemerkt is gebleven bij onze fiscalisten.

Twee aspecten uit deze nota zijn voor de Belgische kmo’s zeker en vast geen ver-van-mijn-bed-show, namelijk de fiscaal gunstige regimes van het VVPR-bis en de Liquidatiereserve.

De huidige VVPR regimes

Een kmo[1] die haar winst, na betaling van vennootschapsbelasting aan een tarief van 20% of 25%, zou willen uitkeren in de vorm van dividenden, moet daarbovenop roerende voorheffing betalen. Indien we de fiscale gunstregimes buiten beschouwing laten, dan bedraagt het percentage van deze uitkeringsbelasting nog eens 30%. Het lichtpunt voor veel ondernemers in het Belgisch fiscale landschap is dat er twee gunstige regimes bestaan die het tarief van 30% ongeveer halveren.

Het meest bekende is het VVPR-bis regime, samengesteld uit de Nederlandstalige en Franstalige woordgroep ‘verlaagde voorheffing’ en ‘précompte réduit’. Als ondernemer kan u vanaf de start van het derde boekjaar of vanaf de start van het vierde boekjaar na uw inbreng, dividenden uitkeren aan een verlaagd tarief van respectievelijk 20% of 15%.[2]  Deze éénmalige wachttermijn laten voorbijgaan vooraleer u uw eerst verdiende beschikbare reserves uitkeert, heeft dus zo zijn voordelen.

De Liquidatiereserve, ook wel het VVPR-ter regime genoemd, ligt hiermee in lijn. Het grootste verschil is de wachttermijn, waarbij vanaf de aanleg van de Liquidatiereserve een eenmalige belasting van 10% wordt aangerekend en de ondernemer vijf jaar later een resterende roerende voorheffing dient te betalen van 5% bij uitkering.[3]

De Super Nota

De Super Nota lijkt haar mosterd voor dit onderwerp gehaald te hebben bij vice-eersteminister en minister van financiën Vincent Van Peteghem. Zijn blauwdruk van 2022 voor een toekomstige fiscale hervorming maakte reeds gewag van een afschaffing van de VVPR regimes met in ruil een verlaging van het standaardtarief van de roerende voorheffing van 30% naar 25%. Een vereenvoudiging aldus van het fiscale speelveld.

De super nota bouwt hierop voort, maar pleit wel voor een geleidelijke uitdoving van het VVPR-bis regime, “met respect voor verworven rechten”[4] staat te lezen. Hoewel er voor het VVPR-bis regime geen specifiek reserve wordt aangelegd in de balans, in tegenstelling tot de Liquidatiereserve, lijkt de super nota toch te willen voorzien in een overgangsmaatregel. Dit kan resulteren in de mogelijkheid dat de ondernemer zijn beschikbare winsten maximaal twee of drie boekjaren na de afschaffing van het regime alsnog kan uitkeren tegen de verlaagde roerende voorheffing van 15%. Daarna zal het regime geen bestaan meer kennen, met een roerende heffing van 25% in het verschiet.

Ook voor het VVPR-ter regime kunnen we uitgaan van een behoud van verworven rechten. Dit betekent dat liquidatiereserves aangelegd voor intrede van de fiscale hervorming, hun recht op de verlaagde heffing van 5 procent[5], vijf boekjaren later niet in rook zien opgaan.
Desalniettemin spreekt de nota niet van een afschaffing. De Nota lijkt VVPR-ter te behouden, maar onderwerpt het regime wel aan een verhoging van de roerende voorheffing bij uitkering van 5% naar 10%.[6] In ruil maakt de nota melding van een inkorting van de vijfjarige wachttermijn.

Conclusie

De vermelding van “met respect voor verworven rechten” in het kader VVPR-bis en het beoogde behoud van de Liquidatiereserve, mits enkele aanpassingen in tarief en wachttermijn, wijzen er op dat de soep niet zo heet gedronken zal worden als de commotie die hieromtrent heerst. Niettemin valt niet te ontkennen dat in deze context de belastingdruk op dividenden uit de Belgische kmo’s zal stijgen.

Belangrijk te noteren is dat de voornoemde potentiële maatregelen deel uitmaken van een nota. Of deze überhaupt worden ingevoerd en in welke vormgeving is vooralsnog koffiedik kijken. Alleszins mag u er van uitgaan dat onze fiscalisten deze materie op de voet volgen en u het juiste advies zullen verstrekken wanneer nodig.

  

 

 

 

[1] Hiermee wordt een kleine vennootschap bedoeld zoals omgeschreven in artikel 1:24, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid die op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt: 50 VTE, 11,25 miljoen euro jaaromzet en 6 miljoen euro balanstotaal.

[2] Dit regime is enkel van toepassing op volgestorte aandelen uitgegeven vanaf 1 juli 2013.

[3] Indien de vennootschap haar activiteiten stopzet en overgaat tot liquidatie, dan dient men deze laatste heffing van 5% zelfs niet te betalen.

[4] Punt 69 uit de Super Nota

[5] Na betaling van de anticipatieve belasting bij aanleg van de Liquidatiereserve aan een tarief van 10%.

[6] Supra (voetnoot 5)

terug naar overzicht

Laurens Mesotten

Jurist
011 22 62 67

Gerelateerde artikels

Accountancy
29 augustus 2024 - Laurens Mesotten

De Super Nota: VVPR-bis & Liquidatiereserve op de helling?

Lees meer
Accountancy
25 juli 2024 - Stefan Ghijsen

Moet u ook uw werkende vennoten of helpers registreren?

Lees meer
Accountancy
17 april 2024 - Serge Mesotten

Verplichting tot elektronische facturatie vanaf 01.01.2026: 120% kostenaftrek

Verhoogde kostenaftrek voor de extra kosten!

Lees meer

Nieuwsbrief

Altijd up-to-date blijven met Alaska

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws. Schrijf je meteen in voor de Alaska nieuwsbrief!