E-commerce pakket nu in werking
Sinds de inwerkingtreding van de zgn. VAT-package zijn er bijzondere btw-regels van toepassing voor langs elektronische weg verrichte, telecom- en communicatiediensten verleend in een B2C-context. Er werd in dit verband reeds een versoepeling voorzien door de zgn. MOSS-regeling, maar sinds 1 januari 2019 geldt een bijkomende versoepeling.
Langs elektronische weg verrichte diensten verleend aan particulieren en andere niet-belastingplichtigen worden gelokaliseerd op de plaats waar de ontvanger van de dienst is gevestigd. Wanneer een Belgische onderneming zulke diensten dus verleent aan bv. een particulier in Frankrijk, zal hij zich daar voor btw-doeleinden moeten registreren. Er wordt echter een versoepeling voorzien door de zgn. MOSS-regeling, de Mini-One-Stop-Shop-regeling. Dit systeem laat toe dat een dienstverrichter via één elektronische kwartaalaangifte, in te dienen zijn eigen lidstaat van vestiging, de btw kan afdragen die in elke lidstaat verschuldigd is. Desalniettemin neemt de MOSS-regeling toch nog een heleboel administratieve verplichtingen met zich mee, die vooral voor kleine ondernemingen een doorn in het oog zijn.
De verplichting om zich te registreren in de lidstaat waar de ontvanger gevestigd is, geldt vanaf de eerste euro. Europa is daaraan tegemoet gekomen door te bepalen dat de buitenlandse btw-registratie pas verplicht is vanaf het moment dat een drempel van 10.000 euro overschreden is. Het drempelbedrag moet niet per lidstaat bekeken worden, maar geldt voor de omzet in alle lidstaten gezamenlijk. Zolang m.a.w. de B2C-jaaromzet uit elektronische diensten in het huidige en het vorige kalenderjaar niet meer bedraagt dan 10.000 euro, zal de dienst geacht worden plaats te vinden in het land van de dienstverrichter. Een buitenlandse btw-nummer aanvragen is derhalve niet vereist. Wordt deze drempel echter overschreden, dan is wel btw verschuldigd in de lidstaat van de ontvanger en dient de dienstverrichter zich aldaar te registreren voor btw-doeleinden. De dienstverrichter kan dan nog wel gebruik maken van de optionele MOSS-regeling.
Ook wat de facturering betreft is er een versoepeling voorzien. Aanvankelijk moesten dienstverrichters van elektronische diensten met betrekking tot de facturering de regels van de lidstaat van verbruik toepassen. Om de administratieve lasten in dat verband te beperken, moeten dienstverrichters van elektronische diensten geen rekening meer houden met de factureringsregels van de lidstaat van de ontvanger van de dienst. In de plaats daarvan gelden sinds 1 januari 2019 de facturatieregels van zijn eigen lidstaat van vestiging. Uiteraard mag de dienstverrichter dan niet over een btw-nummer beschikken in het lidstaat van verbruik.
Stefaan Kindt
Gerelateerde artikels
Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?
Grondige wijziging.
Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders
Laat uw premie herberekenen.
Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?
Wat zegt de minister van Financiën?