Een fiscale controle in 2019?

Elk jaar laat de fiscus op een transparante manier weten welke controleacties op de agenda staan. Op die manier wil de fiscus belastingplichtigen de kans bieden om hun fiscale verplichtingen correct na te leven en kunnen zij een inschatting maken of ze al dan niet een (grotere) kans hebben op een fiscale controle. Ook voor 2019 heeft de fiscus in juni nog laten weten aan welke punten extra aandacht zal worden besteed.

Bij de aangekondigde controles, die de fiscus op 8 juni 2019 op zijn website heeft gepubliceerd, gaat het in principe om zaken waarbij de fiscus drie jaar kan teruggaan in de tijd. De gewone controletermijn bedraagt immers drie jaar te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar. Concreet heeft dat tot gevolg dat de fiscus tot eind 2019 de inkomsten over 2016, 2017 en 2018 nog kan controleren. Bij de aangekondigde controle acties wordt, zoals elk jaar trouwens, een onderscheid gemaakt tussen enerzijds particulieren of diegene die met een eenmanszaak werken (personenbelasting), en anderzijds tussen ondernemingen die onder de vennootschapsbelasting vallen. In beide gevallen ligt de focus van de fiscus dit jaar wel op het buitenland.

In de personenbelasting lopen particulieren (met een eenmanszaak) meer risico op controle of de fiscus zal bijkomende inlichtingen vragen als er alimentatie in aftrek werd genomen en de genieter in het buitenland woonachtig is. Ook een bedrijfsleider of loontrekkende die werkelijke beroepskosten afgetrokken heeft, loopt meer risico. Daarenboven worden ook inkomsten uit de verhuur van een Belgisch onroerend goed dat door de huurder voor professionele doeleinden gebruikt wordt en door de eigenaar-verhuurder niet correct werd aangegeven, geviseerd. Tenslotte wordt ook extra aandacht besteed aan roerende inkomsten die verband houden met het houden van een rekening in het buitenland en die niet aangegeven werden.

Vennootschappen hebben dit jaar meer kans op een controle als zij een zgn. liquidatiereserve hebben aangelegd en op dat moment blijkt dat er één van de voorwaarde daartoe, nl. een kleine vennootschap in de zin van Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, niet was nageleefd. Ook het niet aangeven van buitenlandse inkomsten wordt geviseerd door de fiscus. Ook als de omzet van een vennootschap abnormaal lijkt in verhouding tot de omzet van ondernemingen die zich in een gelijkaardige situatie bevinden, of evolueert in een a priori abnormale verhouding volgens diverse parameters die door de fiscus gekend zijn, zal daar extra aandacht aan worden besteed. Tenslotte zal o.m. de oprichting van een holding die eerst een kapitaalverhoging en daarna een niet-belaste kapitaalvermindering doorgevoerd heeft, onder de schijnwerpers komen.

terug naar overzicht