Erkende orthopedagogen vrijgesteld van btw

Sinds 1 september 2016 zijn de wettelijke voorwaarden van kracht waaraan een orthopedagoog moet voldoen om erkend te kunnen worden. Deze erkenning heeft echter wel gevolgen op vlak van de btw, zo blijkt althans uit een beslissing die de Btw-administratie onlangs heeft bekend gemaakt. Wat zijn nu die gevolgen juist?

Als gespecialiseerde pedagoog legt een orthopedagoog zich toe op de behandeling van mensen met een fysieke, sociale of intellectuele beperking of voor mensen die zich in een specifieke leer- of opvoedingssituatie bevinden. In de volksmond worden zij ook wel eens opvoeders genoemd. Op 1 september 2016 is er echter een wet van kracht geworden die de voorwaarden vastlegt waaraan een orthopedagoog moet voldoen om erkend te worden. Sinds die datum is de orthopedagogie dus een erkend beroep.

Die erkenning leidt er wel toe dat er op btw-vlak toch het een en ander verandert. Tot en met 31 augustus waren de diensten van een orthopedagoog niet vrijgesteld van btw. In een recente Btw-beslissing van 23 november 2016 werd nu bepaald dat zij onder de btw-vrijstelling voor zgn. diensten inzake onderwijskeuze, gezinsvoorlichting en de daarmee samenhangende diensten kunnen vallen. Die vrijstelling geldt echter alleen als aan die erkenningsvoorwaarden ter zake voldaan is. Is dat niet het geval, dan geldt de vrijstelling dus niet en blijft een orthopedagoog m.a.w. onderworpen aan Btw.

Is aan de erkenningsvoorwaarden voldaan, dan leidt de btw-vrijstelling er echter toe dat een orthopedagoog geen btw meer kan recupereren op facturen van zijn leveranciers of dienstverrichters. Daarenboven heeft dit tot gevolg dat de btw op bedrijfsmiddelen moet herzien worden gelet op de herzieningstermijn van 5 of 15 jaar die respectievelijk op roerende en onroerende bedrijfsmiddelen van toepassing is. Dat kan er dan m.a.w. toe leiden dat er btw moet terug gestort worden aan de Btw-administratie op bedrijfsmiddelen waarop u vroeger de btw in aftrek genomen heeft.

terug naar overzicht