Hoe werkt de btw-aftrek voor gemengd gebruikte bedrijfsmiddelen nu?
Op 13 november 2015 heeft de Btw-administratie een circulaire gepubliceerd dat de btw-aftrek voor goederen die u zowel beroeps- als privématig gebruikt, wijzigt. Deze gewijzigde aftrekregels zijn sinds 1 januari 2016 van kracht. Hierna vindt u een overzicht van de belangrijkste wijzigingen voor uw btw-aftrek.
De algemene regel blijft nog steeds dat de btw-aftrek voor goederen die u zowel voor uw zaak als privé gebruikt, bepaald wordt door het beroepsgebruik ervan. Dat beroepsgebruik moet u echter kunnen aantonen. Ligt dit bijvoorbeeld op 30%, dan bedraagt ook uw btw-aftrek 30%. Het privégebruik is voor uw eigen rekening. Indien u een vennootschap heeft, heeft dit tot gevolg dat er geen btw moet gerekend worden op uw voordeel alle aard voor de goederen die de vennootschap aan u als de genieter van het voordeel gratis ter beschikking stelt.
Wilt u het bewijs van het beroepsgebruik laten voor wat het is, dan kan nog steeds geopteerd worden voor een forfaitaire aftrek van 75%. Het is dan wel vereist dat uw beroepsgebruik ‘overwegend’ is. Dit wil zeggen dat de gemengd gebruikte goederen voor méér dan 50% beroepsmatig moeten gebruikt worden. Eénmaal de keuze gemaakt om het forfait van 75% voor een bepaald goed toe te passen, heeft dit tot gevolg dat de forfaitaire aftrek voor ál uw andere gemengd gebruikte goederen moet worden toegepast, behalve dan voor uw auto. De forfaitaire aftrek van 75% is echter uitgesloten voor de btw op nutsvoorzieningen, zoals gas, water en elektriciteit. Daarvoor bent u sowieso aangewezen op een aantoonbaar percentage beroepsgebruik.
Voor uw auto kunt u nog steeds gebruik maken van één van drie methodes om uw btw-aftrek te bepalen, maar de toepassingsvoorwaarden ervan werden wat verstrengd. In de eerste plaats kunt u zich beroepen op uw werkelijk beroepsgebruik, maar dan moet er voortaan een dagelijkse kilometeradministratie bijgehouden worden. De btw-aftrek op uw autokosten kan echter nooit meer zijn dan 50%, ook al ligt het beroepsgebruik zelfs hoger.
Als tweede methode kan een zgn. semi-forfaitaire methode toegepast worden op basis van uw woon-werkverkeer. De circulaire bevestigt dat er geen sprake is van woon-werkverkeer wanneer de zetel van uw vennootschap op uw woonplaats gevestigd is. Bijkomende voorwaarde is dat deze methode slechts voor één auto per gebruiker kan toegepast worden en dat de auto voor minstens 10% beroepsmatig gebruikt wordt.
Tenslotte kan gekozen worden voor een derde methode, zijnde een forfaitaire aftrek van 35%. Er moet dan geen kilometeradministratie gevoerd worden, maar het is ook hier vereist dat de auto minstens 10% beroepsmatig wordt gebruikt. Net zoals bij de tweede methode kan dit forfait ook slechts voor één auto per gebruiker toegepast worden. Gebruikt u als zaakvoerder of bestuurder dan twee auto’s in uw vennootschap, dan bent u voor één auto sowieso aangewezen op een kilometeradministratie. Zijn er echter twee zaakvoerders of bestuurders in een vennootschap benoemd die elk met een auto rijden die in de vennootschap zit, dan kan het forfait van 35% wel voor elk van de twee auto’s toegepast worden.
Laurens Snauwaert
Gerelateerde artikels
Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?
Grondige wijziging.
Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders
Laat uw premie herberekenen.
Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?
Wat zegt de minister van Financiën?