Hoe zit het fiscaal met schenking van voedingsmiddelen?
Een uitzondering op de zgn. btw-onttrekking is de schenking van (niet-)voedingsmiddelen. De fiscus heeft nu ook in een circulaire van 5 november 2020 toelichting gegeven hoe dat fiscaal behandeld wordt in hoofde van de schenker-natuurlijke persoon/rechtspersoon. We geven de belangrijkste aandachtspunten…
Liefdadigheidsdoeleinden
Een btw-plichtige die goederen onttrekt uit zijn onderneming voor o.m. privé-gebruik, dient op die zgn. onttrekking btw aan te rekenen aan zichzelf. Die regel moet niet worden nageleefd zo er voedingsmiddelen (en levensnoodzakelijke niet-voedingsmiddelen) geschonken worden voor liefdadigheidsdoeleinden voor zover die goederen dan voldoen aan bepaalde voorwaarden. In een recente circulaire van 5 november 2020 heeft de Administratie nu ook bepaald hoe de schenking moet behandeld worden op vlak van de inkomstenbelasting.
Voldoen aan voorwaarden
In de vennootschapsbelasting en de belasting van niet-inwoners/vennootschappen zullen de geschonken goederen niet als een verleend abnormaal of goedgunstig voordeel worden beschouwd. Bovendien zullen de kosten die verband houden met de geschonken goederen in principe fiscaal aftrekbaar zijn als beroepskosten. Dezelfde principes worden daarenboven ook gehanteerd in de personenbelasting en de belasting niet-inwoners/natuurlijke personen. Het is in beide gevallen wel belangrijk dat de goederen voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden voor de vrijstelling van de btw-onttrekking.
Niet meer verkocht
Bij de schenking van voedingsmiddelen is het dus vereist dat de goederen niet meer verkocht kunnen worden tegen de normale commercialisatievoorwaarden zoals het feit dat de houdbaarheidsdatum verstrijkt ten laatste vijf dagen na de datum van de onttrekking van het goed. Bij de schenking van levensnoodzakelijke niet-voedingsmiddelen moet het gaan om goederen waarvan de intrinsieke kenmerken verhinderen dat ze, in gelijk welke schakel van het economische circuit, nog worden verkocht tegen de oorspronkelijke commercialisatievoorwaarden. Het gaat bv. om kaarsen, speelgoed en schoenen. De fiscus had in de laatste twee gevallen reeds bepaald dat het moet gaan om spelletjes en speelgoed met een beperkte levensduur, en dat schoenen uitsluitend geschikt en/of hoofdzakelijk gebruikt voor sportactiviteiten niet in aanmerking komen. De verstrekking van de bedoelde goederen wordt voor de btw onder de gestelde voorwaarden dus niet met een levering onder bezwarende titel gelijkgesteld. Bijgevolg zullen de betreffende goederen onder dezelfde voorwaarden niet worden belast in de inkomstenbelastingen bij de schenker.
Laat u adviseren
Wij hebben veel ervaring met btw issues. Daarom nodigen we u graag uit om hierover met ons van gedachten te wisselen. Neem daarvoor gerust contact op met uw relatiebeheerder bij Alaska.
Gerelateerde artikels
Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?
Grondige wijziging.
Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders
Laat uw premie herberekenen.
Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?
Wat zegt de minister van Financiën?