Hoeveel kost lenen van uw vennootschap
Leent een bedrijfsleider bij zijn vennootschap via een contract, al dan niet met vaste looptijd, of gewoonweg via zijn lopende rekening, dan is dat echter niet renteloos. Net zoals de lening bij een bank, zijn er dan ook interesten verschuldigd. De rentevoeten voor leningen in 2018 zijn onlangs gepubliceerd.
Lenen kost geld, ook al leent een bedrijfsleider geld van zijn eigen vennootschap. Lenen mag niet renteloos, sterker nog, er moet rekening gehouden worden met een marktconforme rentevoet. Zo een bedrijfsleider bij zijn vennootschap geld leent tegen een lagere interest dan de marktconforme rente of zonder interesten te betalen, dan wordt hij/zij privé belast op een zgn. voordeel alle aard. Hoe groot dat belastbaar voordeel echter is, hangt af van de manier waarop de bedrijfsleider geleend heeft bij zij vennootschap. Er kan nl. geld geleend worden via een schriftelijk contract met of zonder vaste looptijd, of er kan ook geld ‘geleend’ worden via de rekening-courant.
In de praktijk komt veelal deze laatste pist voor, nl. dat een bedrijfsleider gewoonweg wat geld opneemt uit zijn vennootschap. Dat wordt dan als schuld bijgeboekt op de rekening-courant. Zoals vermeld, moeten daarop ook wel interesten aangerekend worden. Heeft een bedrijfsleider op deze manier geld in 2018 ontleent uit zijn vennootschap, dan bedragen de fictieve debetinteresten daarvoor 8,94%. In 2017 ging het nog om 8,78%. Dat is de referentierentevoet voor niet-hypothecaire leningen zonder vaste looptijd zoals die bij K.B. van 17 maart 2019 gepubliceerd zijn in het Belgisch Staatsblad. Die referentievoet telt ook wanneer een bedrijfsleider een schriftelijk lening aangaat met zijn vennootschap waarin geen looptijd is opgenomen, maar in de praktijk zal dit niet zoveel voorkomen vermits doorgaans alles via de rekening-courant verloopt.
Is er wel een looptijd vermeld in het leningscontract, dan is er een andere referentierentevoet van toepassing, nl. die van niet-hypothecaire leningen met vaste looptijd. De rentevoet ligt dan veel lager in vergelijking met die van lenigen zonder vaste looptijd, nl. op 0,14%. Dat is de rentevoet op maandbasis voor 2018. In 2017 ging het nog om 0,2%. Het kan nog lager indien de bedrijfsleider de lening aangaat met het doel daarmee een auto aan te kopen. Het maandpercentage bedraagt dan zelfs maar 0,05%, terwijl het in 2017 nog om 0,06% ging.
Gerelateerde artikels
Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?
Grondige wijziging.
Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders
Laat uw premie herberekenen.
Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?
Wat zegt de minister van Financiën?