Inkomsten uit zgn. deeleconomie voortaan belast!
De programmawet van 1 juli 2016 heeft bepaald dat inkomsten uit diensten van de zgn. deeleconomie voortaan worden belast. De vraag is dan uiteraard over welke inkomsten het dan gaat en hoe die nieuwe inkomsten worden belast. We bekijken even.
De nieuwe fiscale regeling is van toepassing op particulieren die diensten aanbieden aan andere particulieren op door de overheid erkende of georganiseerde platformen zoals onder meer AirBnB of Uber. De verkoop van goederen via een dergelijk platform, alsook huurinkomsten uit de verhuur van roerende of onroerende goederen wordt echter niet beoogd door de nieuwe regeling. Een uitzondering hierbij wordt wel gemaakt voor wie een Bed & Breakfast aanbiedt en aldus zowel diensten uit de deeleconomie als een onroerende verhuur verstrekt. In dat geval wordt 20% van de globale vergoeding die u ontvangt, geacht te slaan op inkomsten uit de deeleconomie.
De inkomsten uit diensten van de deeleconomie worden als zgn. diverse inkomsten beschouwd die belast worden aan een vast tarief van 20%. Door het feit dat er echter een kostenforfait genoten wordt van 50%, komt het er in feite op neer de effectieve belasting 10% bedraagt. Die belasting wordt onmiddellijk via het elektronisch platform ingehouden. Uw werkelijke onkosten bewijzen laat die nieuwe regeling weliswaar niet toe.
Die fiscaal gunstige belasting is van toepassing zolang uw bruto-inkomsten uit deeleconomie niet meer dan € 5.000 per jaar bedragen. Gelet echter op het feit dat die nieuwe regeling sinds 1 juli 2016 van kracht is, is het grensbedrag voor inkomstenjaar 2016 gehalveerd tot € 2.500. Zitten uw inkomsten uit deeleconomie daarboven, dan worden uw gehele inkomsten daaruit beschouwd als beroepsinkomsten. Dat geldt dan niet enkel voor het jaar waarin u die drempel overschrijdt, maar ook voor het jaar daaropvolgend.
Gaat uw vennootschap of uw éénmanszaak dergelijke diensten aanreiken, dan kan zij echter geen gebruik maken van het fiscaal gunstregime. Enkel particulieren die buiten hun beroepswerkzaamheid handelen én die diensten aanreiken aan andere particulieren die ze voor hun privébehoeften bestemmen, kunnen immers onder die nieuwe regeling vallen. Wanneer dergelijk diensten dus kaderen in een beroepsactiviteit of daarmee nauw verbonden zijn, dan zijn dat gewoonweg beroepsinkomsten die, naargelang u een vennootschap of éénmanszaak heeft, onderworpen worden aan de vennootschapsbelasting of de progressieve tarieven in de personenbelasting.