Kortste weg voor uw fietsvergoeding?
Gebruikt u of uw werknemer een fiets voor uw woon-werkverplaatsingen, dan mag respectievelijk uw vennootschap aan u of u als werkgever aan uw werknemer een belastingvrije fietsvergoeding toekennen van 0,23 euro per kilometer. Niet alleen mag het begrip ‘fiets’ voortaan ruim geïnterpreteerd worden, maar onlangs heeft de minister ook geantwoord op de vraag voor welk traject tussen woon- en werkplaats die vergoeding kan gelden.
Als zaakvoerder kunt u die fietsvergoeding van max. 0,23 euro/km voor uw woon-werkverplaatsingen niet alleen aan uzelf toekennen, maar uiteraard ook aan uw werknemers. Er is echter geen enkele verplichting om die toe te kennen en u beslist ook over het bedrag, uiteraard best rekening houdend met het vermelde maximum. Echter, gelet op de fiscale voordelen die ermee gepaard gaan, kunt u dat wel overwegen. U en/of uw werknemers moet op die fietsvergoedingen immers privé geen belastingen meer betalen, tenzij u een toch een hogere kilometervergoeding van 0,23 euro/km zou toekennen. Kent u bv. 0,25 euro/km toe, dan is het restbedrag van 0,02 euro/km gewoon belastbaar als een beroepsinkomen/loon, onderworpen aan de progressieve tarieven in de personenbelasting.
Tot voor kort kon u die fietsvergoeding niet gebruiken voor elk type fiets, maar daar is gelukkig wel verandering in gekomen. Het type fiets speelt m.a.w. geen enkele rol meer. Of u nu de woon-werkverplaatsingen met een gewone fiets, racefiets, moutainbike, elektrische fiets of zelfs een zgn. speedpedelec – waarmee een snelheid tot 45 km/u kan gehaald worden - aflegt, doet niet meer ter zake. Het enige wat telt, is dat u die fiets effectief gebruikt voor uw woon-werkverplaatsingen. Het voordeel van de gelijkstelling met een fiets is dat u een speedpedelec ook nu kunt afschrijven aan 120%, weliswaar tenminste over 3 jaar.
U moet ook bepalen welke weg met de fiets mag afgelegd worden. In principe moet u daar de kortste weg voor nemen, maar dat is niet langer zo. Onlangs heeft de minister van Financiën in een antwoord op een parlementaire vraag bevestigd dat er geen voorwaarden zijn met betrekking tot het te volgen traject. Kiest u voor een veiliger traject, ook al is dat langer, dan is dat in principe geen enkel probleem. Extra verplaatsingen, bijvoorbeeld om sportieve redenen zijn echter uitgesloten, aldus de minister.
Gerelateerde artikels
Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?
Grondige wijziging.
Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders
Laat uw premie herberekenen.
Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?
Wat zegt de minister van Financiën?