Meer gegevens meedelen aan het UBO-register

De bestuurder(s) van o.m. vennootschappen en vzw’s zijn ertoe gehouden om de identiteit van de ‘uiteindelijke begunstigden’ mee te delen aan een databank die wordt beheerd door de FOD Financiën. In een K.B. van 23 september 2020 wordt nader toegelicht welke gegevens moeten bezorgd worden en wie het UBO-register kan raadplegen.  

UBO register

In strijd tegen het witwassen en terrorisme is het UBO-register in het leven geroepen. De bestuurders van o.m. (internationale) VZW’s, vennootschappen, trusts moeten daarin de identiteitsgegevens van hun ‘uiteindelijke begunstigden’ laten opnemen. Voor vennootschappen gaat het dan in de eerste plaats om natuurlijke personen die (indirect) minstens 25% aandelen of stemrechten daarin aanhouden. De melding moet online gebeuren via MyMinFin en binnen de maand nadat de identiteit van de uiteindelijke begunstigde gekend is of gewijzigd wordt. Uiterlijk eind 2019 moest dat gebeurd zijn en jaarlijks moeten dan de (correctheid van de) gegevens bevestigd worden, m.n. binnen het jaar na de oorspronkelijke registratie (of wijziging). Op 30 april 2020 heeft de FOD Financiën de bevestiging van de gegevens zelf gedaan waardoor de eerstvolgende bevestiging in principe uiterlijk pas op 30 april 2021 moet gebeuren. Wanneer er echter een wijziging optreedt voor 30 april 2021, dan moet weliswaar binnen de maand het nodige gedaan worden.

Welke gegevens?

In een K.B. van september 2020, dat sinds 11 oktober 2020 in werking is getreden, wordt verduidelijkt welke gegevens juist moeten worden mede gedeeld. Het K.B. breidt tegelijkertijd die informatieverstrekking verder uit. De verstrekte gegevens moeten nl. worden aangevuld met elke document dat aantoont dat de informatie m.b.t. een uiteindelijke begunstigde adequaat, nauwkeurig en actueel is. Wat vennootschappen betreft moet voortaan daarenboven de omvang van het uiteindelijke belang in de vennootschap in kwestie meegedeeld worden. In voormeld K.B. wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen twee situaties. In het eerste geval, nl. bij een (onrechtstreeks) eigendomsbelang of stemrechten van minstens 25% moet de informatie voor elk niveau van de eigendomsstructuur meegegeven worden om zo de aard en omvang van de uiteindelijke begunstigde te kunnen bepalen. Indien de zeggenschap daarentegen het gevolg is van andere middelen (dan in het eerste geval) moet de ‘manieren’ meegedeeld worden waarop de uiteindelijke begunstigde de vennootschap in kwestie controleert.

Wie heeft toegang?

Het K.B. preciseert tevens wie toegang heeft tot het UBO-register en welke gegevens kunnen geraadpleegd worden. Niet enkel de bevoegde autoriteiten en de entiteiten die onder toepassing vallen van het preventief luik van de antiwitwaswetgeving, zoals advocaten kunnen het UBO-register raadplegen, maar tevens elke burger mits het aantonen van een legitiem belang zo het een (I)VZW, trust of stichting betreft, en het betalen van een raadplegingsvergoeding. Hier moet wel een kanttekening gemaakt worden in de zin dat de nieuw te registreren de documenten, waarvan in vorige paragraaf sprake, enkel toegankelijk is voor de bevoegde autoriteiten. Een burger kan maar beperkte gegevens raadplegen zoals die m.b.t. de bestuursleden. Het K.B. laat ook toe dat niet enkel de actuele gegevens kunnen ingekeken worden, maar ook de historiek van de wijzigingen ervan.

terug naar overzicht