Meer huur vragen aan uw vennootschap
Verhuurt u een deel van uw eigen woning aan uw vennootschap, dan is het fiscaal interessant om daarvoor zo veel mogelijk huur te vragen. Een belangrijke factor daarbij is echter de zgn. revalorisatiecoëfficiënt die voor inkomstenjaar 2018/aanslagjaar 2019 weer iets hoger ligt dan vorig jaar.
Huur vragen aan uw vennootschap is fiscaal interessanter dan een loon uit uw vennootschap omwille van het feit dat onroerende inkomsten privé fiscaal gunstiger belast worden dan loon. Zowel huur als loon zijn onderworpen aan de progressieve tarieven in de personenbelasting, maar het voordeel van een onroerende huurinkomsten is dat daarvoor een kostenforfait van in principe 40% geldt en dat u op de huurinkomsten ook geen sociale bijdragen betaalt. Juist omwille van het feit dat het daarom voor u al bestuurder of zaakvoerder fiscaal interessanter is om huur in plaats van loon aan uw eigen vennootschap te vragen, heeft de wetgever dat wel aan banden gelegd door met een zgn. herkwalificatiegrens te werken. Al wat nl. boven die grens zit, wordt dan gewoonweg fiscaal zwaarder als loon belast.
De zgn. herkwalificatiegrens wordt als volgt berekend, zijnde het kadastraal inkomen van het verhuurde gedeelte van uw woning x 5/3 x de zgn. revalorisatiecoëfficiënt. Voor inkomstenjaar 2017/aanslagjaar 2018 bedroeg die coëfficiënt 4,39, maar die is naar jaarlijkse gewoonte weer wat gestegen, nl. naar 4,47 voor inkomstenjaar 2018/aanslagjaar 2019. Concreet komt er dat op neer dat u voor 2018 weer wat meer huur aan uw vennootschap kunt vragen in vergelijking met vorig jaar. Handig om te weten is dat indien uw echtgenote samen met u eigenaar is van uw woning, die huurkwalificatie niet voor uw echtgenote geldt voor zover zij dan uiteraard geen zaakvoerder of bestuurder is van uw vennootschap.
De herkwalificatiegrens speelt daarenboven enkel bij een onroerende verhuur. Roerende verhuur van bv. meubilair is onderworpen aan een 30% roerende voorheffing, maar interessant is dat daarbij een kostenforfait van 50% geldt waardoor de effectieve belastingdruk 15% bedraagt. Maakt u in dat geval in uw huurcontract geen opsplitsing tussen roerende en onroerende verhuur, dan wordt geacht 60% te slaan op onroerende verhuur en 40% op roerende verhuur.
Gerelateerde artikels
Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?
Grondige wijziging.
Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders
Laat uw premie herberekenen.
Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?
Wat zegt de minister van Financiën?