Optionele verhuur met btw, wetsontwerp ingediend
Vanaf 1 januari 2019 zal er kunnen geopteerd worden om de verhuur van een onroerend goed, dat in principe is vrijgesteld van btw, toch met btw te laten verlopen. Onlangs werd het wetsontwerp te zake ingediend in de Kamer. Daarin worden ook een aantal zaken aangehaald die van belang zijn in kader van een onroerende verhuur.
Aanvankelijk zou de optionele regeling voor verhuur met btw op 1 oktober 2018 in werking treden, maar dat is uitgesteld naar begin volgend jaar. De datum van 1 oktober 2018 blijft wel gelden voor de opeisbaarheid van de btw, nl de datum van de factuur, wetende dat de factuur in principe uiterlijk de 15e van de maand volgend op de maand waarin de dienst voltooid is, moet uitgereikt worden. Wordt er echter een voorschot gevraagd, dan moet die wel onmiddellijk gefactureerd worden. Concreet, de werken mogen dus al vóór 1 oktober 2018 gestart zijn, maar die facturatie moet wel ten vroegste vanaf die datum geschieden.
Die optionele regeling geldt in principe immers enkel voor nieuwe gebouwen die verhuurd worden aan professionele gebruikers. De btw op de oprichting van het gebouw mag zich m.a.w. ten vroegste vanaf 1 oktober 2018 hebben voorgedaan. Voor de factuur van de aannemer is dit dus van belang, maar niet zozeer voor de factuur van o.m. een architect vermits die diensten niet als eigenlijke bouwkosten worden beschouwd, maar eerder als immateriële diensten. Die kost kan dus gemaakt worden vóór 1 oktober 2018. Hetzelfde geldt voor werken die verband houden met de voorafgaandelijke afbraak van het gebouw zoals sanering- en graafwerken.
Een uitzondering op bovenstaande regel geldt wel voor verhuur van een opslagplaats, zoals een magazijn. Daar mag het gaan om bestaande gebouwen. De verhuur van een magazijn is immers sowieso al onderworpen aan btw, ongeacht aan wie er verhuurd worden (particulier of professionele gebruiker), dus in principe moet er ook niet voor geopteerd worden. Dit moet, in kader van het wetsontwerp, wel genuanceerd worden. Bij verhuur van een magazijn aan een btw-plichtige zou er nl. wel moeten geopteerd worden om te verhuren met btw. Dat geldt sowieso voor nieuwe contracten die vanaf 1 januari 2019 gesloten worden, maar ook voor bestaande huurcontracten, des te meer omdat de 10%-regeling wordt verlaten en er geopteerd wordt voor een hoofdzakelijk (meer dan 50%) criterium. De verhuur van een magazijn, met daarbij een kantoorruimte, kan dus met btw gebeuren zolang de opslag maar het hoofdbestanddeel blijft. De verkoopsruimte moet wel beperkt blijven tot 10%. Contracten die er vandaag de dag niet aan voldoen, maar wel vanaf 1 januari 2019, nl. wanneer nieuwe criterium van meer dan 50% in werking treedt, kunnen vanaf dan ook opteren om de verhuur van kantoor én opslag met btw te laten gebeuren, voor zover voldaan is aan de voorwaarden ter zake.

Dirk van Collie
Gerelateerde artikels

Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?
Grondige wijziging.

Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders
Laat uw premie herberekenen.

Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?
Wat zegt de minister van Financiën?