Registratierechten bij aankoop onroerend goed wijzigt?

Eind december 2017 heeft de Vlaamse regering maatregelen getroffen omtrent de registratierechten die u dient te betalen bij de aankoop van een onroerend goed, ook gekend als het zgn. verkooprecht. Hieronder vindt u de belangrijkste wijzigingen op dit vlak die weliswaar nog door het Vlaams parlement dienen goedgekeurd te worden.

Wie momenteel in Vlaanderen een privéwoning aankoopt, dient hierop in principe 10% registratierechten te betalen, tenzij het gaat om een “nieuwe” woning aangekocht van o.m. een beroepsoprichter in welk geval dan 21% btw verschuldigd is. Onder bepaalde voorwaarden bedraagt het verkooprecht slechts 5% indien het KI (kadastraal inkomen) van de woning beperkt is. De Vlaamse Regering wil echter een einde maken aan het gebruik van het KI als basis voor de toepassing van dit zgn. klein beschrijf.  Het KI verdwijnt als parameter voor het tarief van de registratiebelasting op de aankoop van een woning. Het tarief voor de aankoop van de enige gezinswoning zou voortaan 7% bedragen.

Voor andere onroerende goederen blijft het tarief 10%. Voor gezinswoningen tot en met 200.000 euro, zou een basisvrijstelling van 80.000 euro worden voorzien. Concreet betekent dit dat er op de eerste 80.000 euro van het aankoopbedrag geen registratiebelasting verschuldigd is wat een belastingvoordeel oplevert van 5.600 euro, nl. 80.000 euro x 7%. Voor gezinswoningen gelegen in de Vlaamse kernsteden en de Vlaamse Rand wordt het grensbedrag met 10% verhoogd tot 220.000 euro. De basisvrijstelling blijft hier ook 80.000 euro.

Het tarief van 7% geldt niet onvoorwaardelijk. Het moet gaan om een zuivere aankoop. De koper mag nog geen andere woning in eigendom hebben en moet de bedoeling om er de hoofdverblijfplaats te vestigen. Echter, wie al een eigen gezinswoning bezit kan toch een nieuwe woning kan aankopen tegen het verlaagd tarief van 7% op voorwaarde dat de huidige gezinswoning binnen een termijn van 1 jaar wordt verkocht en er dus nog slechts 1 woning in eigendom blijft waar men de hoofdverblijfplaats zal vestigen. De zgn. meeneembaarheid van registratierechten blijft behouden en het max. plafond van 12.500 euro wordt geïndexeerd. Voor de aankoop van een woning die voor minstens 9 jaar in gebruik wordt gegeven aan een sociaal verhuurkantoor bedraagt het tarief eveneens 7%.

terug naar overzicht