Tijdelijke tolerantie btw-aftrekmethoden bedrijfswagens verlengd
Tolerantie btw-aftrekmethoden bedrijfswagens ook voor kalenderjaar 2021
Sinds 2011 is de btw-aftrek op bedrijfsmiddelen, die zowel beroepsmatig als privé gebruikt worden, anders geregeld. Voor een bedrijfswagen kan een btw-plichtige het beroepsgebruik volgens drie methoden vaststellen. Op 14 januari 2021 had de minister van Financiën reeds enkele versoepelingen aangebracht aan de toepassingsmodaliteiten van die btw-aftrekmethoden. Deze worden bij Circulaire 2022/C/31 verlengd voor kalenderjaar 2021.
Gemengd gebruikte bedrijfswagens: 3 methoden btw-aftrek
Sinds 2011 gelden er strengere regels voor de btw-aftrek van gemengd gebruikte bedrijfsmiddelen, dit zijn goederen die aangekocht zijn voor het bedrijf maar ook deels privé gebruikt worden. Het principe is dat de aftrek van de btw die betaald is voor het bedrijfsmiddel, slechts toegestaan wordt in verhouding tot het beroepsgebruik. Voor bedrijfswagens kan de btw-plichtige een keuze maken tussen drie methoden om dat beroepsgebruik te bepalen, nl. op basis van de werkelijk gereden beroepskilometers (methode 1), een semi-forfaitaire methode (methode 2) en tenslotte door terug te vallen op een algemeen forfait van 35%. De btw-aftrek voor een bedrijfswagen kan in principe nooit 50% overstijgen, ook al bedraagt het beroepsgebruik meer dan die 50%.
Voorwaarden
Aan elk van voornoemde methoden zijn voorwaarden gekoppeld. De eerste methode is administratief de moeilijkste maar maakt het mogelijk de aftrek te maximaliseren. Het komt er dan op neer een volledige rittenadministratie bij te houden. Elke beroepsmatige rit moet gedocumenteerd worden.
Bij de tweede methode wordt het privégebruik berekend aan de hand van de afstand van de woonplaats tot de plaats van tewerkstelling (woon-werkverkeer wordt namelijk als privégebruik beschouwd) voor een verondersteld (vast) aantal werkdagen van 200 en een forfait van 6.000 km voor de overige privéverplaatsingen. Dat resulteert in volgende formule: 1 – ((200 dagen x afstand woon-werk x 2 + forfait van 6.000 privé-km) / totaal aantal kilometer op jaarbasis) x 100 = aftrekpercentage. Deze tweede methode is combineerbaar met de eerste methode (keuze per bedrijfswagen).
De derde methode is forfaitair en behoeft dus o.m. geen rittenadministratie. De BTW is forfaitair aftrekbaar t.b.v. 35%. Indien een btw-plichtige voor deze forfaitaire methode opteert, dient ze minstens gedurende vier kalenderjaren toegepast te worden. Deze derde methode kan niet gecombineerd met methode 1 of methode 2 (en moet dus voor alle bedrijfswagens tegelijkertijd worden toegepast).
Versoepelingen: verlengd voor kalenderjaar 2021
Begin 2021 was er reeds beslist dat voor kalenderjaar 2020 van de regelgeving omtrent de 3 btw-aftrekmethoden kon afgeweken worden, maar die toegeving was tijdelijk. Btw-plichtigen die de semi-forfaitaire methode (tweede methode) toepassen, die zich voor kalenderjaar 2020 beriepen op het 35% forfait (derde methode), konden vanaf kalenderjaar 2021 toch weer de tweede methode gebruiken, zonder zich te moeten storen aan de de vereiste om de forfaitaire methode minstens vier jaar te gebruiken. In Circulaire 2022/C/31 van 17 maart 2022 wordt dat ook toegestaan voor kalenderjaar 2021. Bijgevolg kunnen btw-plichtigen die in 2021 het 35% btw-forfait hebben toegepast, vanaf 2022 toch de tweede methode weer gaan gebruiken zonder dat ze daarbij rekening moeten houden met de termijn van 4 jaar.
Een andere toegeving bestond erin om bepaalde aftrekmethoden te gaan combineren. Nadat reeds was toegelaten om gedurende kalenderjaar 2020 methode 2 en methode 3 te combineren, wordt die gunstmaatregel ook verlengd voor kalenderjaar 2021.
Veerle Slagmeulder
Gerelateerde artikels
Gemengde btw-belastingplichtigen werkelijk gebruik
Geen volledig recht op btw-aftrek
Ook de BTW-Administratie gaat dit jaar met vakantie
Nieuwe deadlines.
Ondernemingen met openbare dienstverplichting
Uitbreiding naar BTW-belastingplichtigen die openbare dienstverplichtingen vervullen.