Verhuren met btw: optie of verplichting?

Fiscaal advies
17 juni 2019 - Marty Vankemmel

Verhuren met btw: optie of verplichting?

In principe is een onroerende verhuur vrijgesteld van btw, maar sinds 1 januari 2019 kan onder bepaalde voorwaarden ervoor geopteerd worden om alsnog te verhuren met btw. Er mag ook niet uit het oog verloren worden dat een zgn. kortdurende verhuur steeds met btw is. In een recente circulaire heeft de btw-Administratie verduidelijkingen gegeven omtrent die kortdurende verhuur met btw.

De verhuur van een onroerend goed verloopt in principe zonder btw met gevolg dat er geen btw kan gerecupereerd worden op verbouwingswerken aan het onroerend goed. In navolging van een aantal Europese lidstaten heeft België sinds 1 januari 2019 echter de mogelijkheid voorzien dat de verhuur van nieuwe gebouwen, die sinds 1 oktober 2018 opgericht zijn, kunnen onderworpen worden aan btw (met btw-recuperatie voor de verhuurder tot gevolg). Het gaat om een optioneel systeem en geenszins om een verplichting om te verhuren met btw. Indien de optie toch gebruikt wordt, is vereist dat het gaat om een professionele verhuur in die zin dat de huurder het gebouw dan moet gebruiken voor zijn beroepsactiviteit, en voor zover de huurder en de verhuurder samen ervoor opteren om de verhuur met btw te laten geschieden.

Een kortdurende verhuur is sinds 1 januari 2019 in principe echter steeds onderworpen aan btw waardoor er dus sprake is van een verplichting. Uitzondering betreft evenwel o.m. de verhuur van een privéwoning aan een particulier, wat nog steeds zonder btw verloopt. De vraag is dan uiteraard wat onder zo’n kortdurende verhuur moet verstaan worden. Onlangs heeft de btw-Administratie dat verduidelijkt. In de eerste plaats gaat het om een verhuur die niet langer duurt dan 6 maanden. In de praktijk gaat het dan o.m. om een verhuur van een pop-upstore, een feestzaal, etc. Ook al wordt dat dus voor 1 dag verhuurd, dan moet daarover btw gerekend worden door de verhuurder. Die 6 maanden hoeven ook niet in eenzelfde kalenderjaar te vallen.

In de circulaire van de Administratie wordt ook verduidelijkt hoe het zit met opeenvolgende contracten van korte duur. Stel het geval dat het gaat om drie opeenvolgende contracten van 3 maanden (dus in totaliteit 9 maanden). Gaat het dan driemaal om een kortdurende verhuurder, verplicht onderworpen aan btw, of gaat het dan eigenlijk om één contract van 9 maanden, waardoor in principe de optie moet uitgeoefend te worden indien gewenst wordt om de verhuur met btw te laten verlopen? De Administratie ziet het op de laatste manier. Indien de verhuur van eenzelfde onroerend goed het voorwerp uitmaakt van opeenvolgende contracten van korte duur tussen dezelfde partijen, dan telt de totale aaneengesloten gebruiksduur van het goed volgens alle overeenkomsten samen. De initiële huurovereenkomst en de verlengingen ervan worden m.a.w. als één overeenkomst beschouwd.

terug naar overzicht

Marty Vankemmel

Vennoot Alaska Ieper-Roeselare
+32 (0)57 20 06 04

Gerelateerde artikels

Fiscaal advies
25 april 2023 - Stefan Ghijsen

Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?

Grondige wijziging. 

Lees meer
Fiscaal advies
9 september 2022 - Stefan Ghijsen

Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders

Laat uw premie herberekenen.

Lees meer
Fiscaal advies
19 juli 2022 - Stefaan Kindt

Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?

Wat zegt de minister van Financiën?

Lees meer

Nieuwsbrief

Altijd up-to-date blijven met Alaska

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws. Schrijf je meteen in voor de Alaska nieuwsbrief!