Wat u nu al kan doen voor uw pensioen (artsenkrant)

Toekomstplanning
1 februari 2016 - Dirk van Collie

Wat u nu al kan doen voor uw pensioen (artsenkrant)

Koen Debeuf van Alaska geeft tips voor een optimale pensioenplanning.

Na pensionering steunt het inkomen van een zelfstandig arts op vier pijlers, legt Koen Debeuf uit. “De eerste pijler betreft het wettelijk pensioen. Daarop heb je recht vanaf 65 jaar. Om een volledig pensioen te krijgen, moet je een loopbaan van 45 jaar achter de rug hebben.” Dat is voor een arts uiteraard niet haalbaar, maar er valt een mouw aan te passen, zegt Koen Debeuf: “Als je binnen de 180 dagen nadat je afstudeerde, aan de slag ging als zelfstandige, kan je de studiejaren die je na je twintigste hebt doorlopen, laten meetellen voor het berekenen van je totale loopbaan. Dat doe je door ze te laten regulariseren bij de Rijksdienst voor Pensioenen. Je kan een regularisatieaanvraag indienen tot aan de dag van pensionering. Let wel: een dergelijke regularisatie telt enkel voor de berekening van het wettelijk pensioen, niet voor het recht op vervroegd pensioen.”

Bijverdienen

Het wettelijk pensioen bedraagt voor een gezin minimaal 1.403,77 en maximaal 1.560,96 euro. Voor alleenstaanden is dat respectievelijk 1.060,94 en 1.248,77 euro. Koen Debeuf: “De precieze hoogte van het bedrag wordt bepaald door het aantal jaren dat je hebt gewerkt. We spreken van gezinspensioen als slechts één partner een wettelijk pensioen ontvangt. Ontvangen beide partners een pensioen, dan is dat voor elk van hen het bedrag dat een alleenstaande ontvangt.”

Sinds enige tijd mag je daarnaast onbeperkt bijverdienen zonder verlies van pensioen, zegt Koen Debeuf. “Tenminste als je 65 bent. Tot dan mag je maximaal 17.835 euro bruto bijverdienen per jaar en deze extra inkomsten worden bovendien vrij zwaar belast. Na 65 jaar is het aan te raden om je bijverdiensten te organiseren via een vennootschap, en te kiezen voor een onbezoldigd zaakvoerderschap. Je betaalt jezelf dan geen salaris uit, maar de vennootschap kan wel auto, telefonie en elektriciteit ten laste nemen, voor zover dit beroepsmatig te verantwoorden valt. De voordelen alle aard voor die zaken dienen dan aan de vennootschap betaald te worden of via rekening-courant geregeld te worden.”

Bonus

Wie volledig wil stoppen met werken, kan gebruik maken van de zogenaamde liquidatiebonus. Koen Debeuf: “Sinds vorig jaar bestaat de mogelijkheid om via je vennootschap een liquidatiereserve aan te leggen. Dat doe je door jaarlijks de winst, na vennootschapsbelasting, deels of volledig, hieraan toe te wijzen. Op dit bedrag betaal je onmiddellijk 10% belastingen. Op het ogenblik van stopzetting van de vennootschap betaal je als aandeelhouder dan geen extra heffing meer op het bedrag dat als liquidatiereserve bestaat.” En wie na zijn pensioen verder werkt binnen de vennootschap, kan daar recurrent middelen uithalen op een fiscaal interessante manier, zegt Koen Debeuf: “Als je de liquidatiereserve minstens vijf jaar laat staan, dan kan je het totale bedrag uitkeren mits het betalen van 5% extra roerende voorheffing. Samen met de 10% die je bij aanleg van de reserve betaald hebt, is dat nog steeds een stuk minder dan de 27% roerende voorheffing die sinds 1 januari 2016 van kracht is.”

Fiscaal voordeel

Koen Debeuf: “De tweede pijler wordt gevormd door het zogenaamde extra wettelijk pensioen. Er zijn twee mogelijkheden. Wie een vennootschap heeft, kan deze een aanvullende verzekering via individuele pensioentoezegging (IPT) laten afsluiten ten voordele van zichzelf. De premies worden gestort door de vennootschap en kunnen fiscaal afgetrokken worden als beroepskosten.” U blijft dan van het belastingvoordeel profiteren zonder dat uw netto-inkomen daalt. De premie wordt wel belast als een voordeel van alle aard.”

Het wettelijke pensioen en het extra wettelijk pensioen mogen samen niet hoger liggen dan 80% van de laatste bruto jaarbezoldiging van de begunstigde tijdens de actieve loopbaan. Koen Debeuf raadt daarom aan om rond je vijftigste de bruto jaarwedde op te trekken: “Zo kan de vennootschap meer kapitaal in de IPT storten en zal je als zaakvoerder bij pensionering ook een hoger pensioenkapitaal ontvangen.”

Maar ook wie geen vennootschap heeft, kan als zelfstandig arts een extra wettelijk pensioen opbouwen, via het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ). Koen Debeuf: “Dat is mogelijks nog interessanter op het vlak van taksen. Mits naleving van de wettelijke voorwaarden wordt het pensioenkapitaal immers gunstig belast volgens het principe van de fictieve rente.”

“De premie is afhankelijk van de sociale bijdragen die je betaalt. Om een idee te geven: voor wie zichzelf een loon van 36.000 euro uitkeert, komt het neer op 3.060,07 euro. Ook hier mogen de gestorte premies worden afgetrokken als beroepskost, en kan de vennootschap de premies betalen in uw naam en voor uw rekening. Geconventioneerde artsen kunnen hiernaast ook de jaarlijkse toelage van het RIZIV gebruiken om de premies te betalen voor een bijkomende pensioensopbouw via een VAPZ-RIZIV.” Belangrijk: ook het VAPZ-contract is onderworpen aan de regel die stelt dat wettelijk pensioen en extra wettelijk pensioen samen niet hoger mogen liggen dan 80% van de laatste bruto bezoldiging.

Zowel voor extra wettelijk pensioen via IPT als voor de formule via VAPZ geldt: hoe later je het bedrag uithaalt, hoe minder belastingen je betaalt, zegt Koen Debeuf: “Op voorwaarde dat je actief bent gebleven - waarmee wordt bedoeld dat je sociale bijdragen bent blijven betalen.” Wie een aanvullend pensioen wil opbouwen, doet er uiteraard het best aan om daar zo vroeg mogelijk mee te beginnen. “Bij een VAPZ is geen inhaalbeweging mogelijk. Bij een IPT is dat wel het geval. Een dergelijke backservice bestaat erin dat je de vorige activiteitsjaren binnen de vennootschap, en maximum tien jaar buiten de vennootschap, op ieder moment van je actieve carrière in rekening kan brengen.”

Pensioensparen

In de derde pijler kan je gebruik maken van fiscaalvriendelijke vormen van sparen: pensioensparen en een levensverzekering afsluiten, ook wel langetermijnsparen genoemd. Koen Debeuf: “Hierbij kan je, binnen bepaalde grenzen, de premies aftrekken van je belastbaar inkomen. Daarnaast blijft ook de belasting op het einde van de spaarperiode beperkt.”

Wat is het verschil tussen de twee formules? Koen Debeuf: “Bij langetermijnsparen is er een gegarandeerde minimumrente en een fluctuerende winstdeelname. Er is geen plafond wat betreft het gespaarde bedrag. Je kan maximaal 30% van het gestorte bedrag aftrekken, met een maximum van 2.260 euro. Let wel: dit kan enkel als je die fiscale korf niet al in gebruik hebt via een hypothecair krediet of schuldsaldoverzekering.”

“Bij pensioensparen kan je maximum 940 euro per jaar sparen; 30% daarvan is fiscaal aftrekbaar. Pensioensparen en langetermijnsparen zijn cumuleerbaar. Eenmaal je zestig wordt, wordt bij beide formules eenmalig tien procent van het bijeengebrachte bedrag ingehouden. Nadien kan je nog vijf jaar verder sparen, en de premies blijven aftrekken. Zowel pensioensparen als langetermijnsparen kan je pas opnemen vanaf 65 jaar.”

Pensioensparen kan trouwens via twee verschillende formules, voegt Koen Debeuf toe: “Bij een pensioenspaarverzekering heb je een vaste rentevoet en winstdeelname. Bij een pensioenspaarfonds is de opbrengst afhankelijk van de beursevolutie. Vanwege het mogelijke risico dat je pensioenspaarfonds slecht presteert op het moment dat je wil incasseren, raadt hij aan om eventueel rond je vijftigste of vijfenvijftigste te stoppen met je pensioenfonds en een pensioenverzekering af te sluiten: “Helaas laat de wetgever nog niet toe om een pensioenspaarfonds om te zetten in een pensioensverzekering.”

Debeuf adviseert zelfstandige artsen in ieder geval om zo vroeg mogelijk te beginnen met pensioensparen: “Of je begint op je twintigste of op je vierentwintigste maakt een heel verschil op het einde van de rit: het bedrag dat je op die vier jaar gestort hebt, zal vijfenveertig jaar gekapitaliseerd worden, wat een veel groter pensioenkapitaal zal opleveren.”

Appeltje

Uiteraard zijn er nog tal van manieren waarmee u voor een appeltje voor de dorst kunt zorgen. Met de vierde pijler worden alle mogelijke vormen van individueel sparen bedoeld die geen fiscale gunstmaatregelen genieten: spaarboekje, kasbons en termijnrekeningen, beleggen in aandelen en obligaties of in fondsen bij een bank, sparen via een verzekering verbonden met fondsen (tak 23) of via een verzekeringsproduct met gewaarborgde intrest (tak 21).

Wie geen vennootschap heeft, kan een extra wettelijk pensioen opbouwen via het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen.

 

Pensioensparen kan via twee verschillende formules. Bij een pensioenspaarverzekering heb je een vaste rentevoet en winstdeelname. Bij een pensioenspaarfonds is de opbrengst afhankelijk van de beursevolutie.

Koen Debeuf: Het wettelijke pensioen en het extra wettelijk pensioen mogen samen niet hoger liggen dan 80% van de laatste bruto jaarbezoldiging van de begunstigde tijdens de actieve loopbaan. Koen Debeuf raadt daarom aan om rond je vijftigste de bruto jaarwedde op te trekken:

Wat houden de vier pijlers in?

Eerste pijler: wettelijk pensioen

  • vanaf 65 jaar
  • volledig pensioen na loopbaan van 45 jaar
  • studiejaren kunnen meetellen mits regularisatie
  • gezinspensioen: 1.403,77 tot 1.560,96 euro (indien slechts één begunstigde)
  • alleenstaanden: 1.060,94 tot 1.248,77 euro.
  • bijverdienen: voor 65 jaar: beperkt, en zwaar belast
  • na 65 jaar: onbeperkt; best via onbezoldigd zaakvoerderschap van vennootschap.
  • liquidatiebonus: zowel interessant bij stopzetting vennootschap als wanneer men na pensioen actief blijft in vennootschap

Tweede pijler: extra wettelijk pensioen

  • Indien vennootschap: aanvullende verzekering via individuele pensioentoezegging (IPT)
  • Zonder vennootschap: via vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ)

Opgepast: wettelijk pensioen en extra wettelijk pensioen mogen samen niet hoger liggen dan 80% van de laatste bruto jaarbezoldiging

Derde pijler: fiscaalvriendelijk sparen

  • Langetermijnsparen of levensverzekering: gegarandeerde minimumrente en fluctuerende winstdeelname.
  • Pensioensparen: via pensioenspaarverzekering: vaste rentevoet en winstdeelname. Via pensioenspaarfonds: opbrengst afhankelijk van beursevolutie.

De vierde pijler ten slotte betreft het niet-fiscaalvriendelijk sparen.

 

Anna Van Der Vleuten

terug naar overzicht

Dirk van Collie

Vennoot Alaska Kortrijk-Ieper
+32 (0)56 22 26 02
+32 (0)495 59 83 37

Gerelateerde artikels

Toekomstplanning
2 december 2021 - Stefan Ghijsen

Straffe Wolven gezocht!

Jobs voor ervaren accountants in Brugge, Gent en Wemmel!

Lees meer
Toekomstplanning
30 november 2021 - Lisa Deschaeck

Einde discriminatie!

Het Grondwettelijk Hof stelt eindelijk een einde aan de jarenlange discriminatie tussen onroerende en roerende goederen inzake de verrekening van de buitenlandse erfbelasting.

Lees meer
Toekomstplanning
25 mei 2021 - Stefan Ghijsen

Bijverdienen na pensioen in 2021

Opletten met grensbedragen!

Lees meer

Nieuwsbrief

Altijd up-to-date blijven met Alaska

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws. Schrijf je meteen in voor de Alaska nieuwsbrief!