Zgn. startersjob eindelijk een feit sinds 1 maart 2019

Fiscaal advies
15 mei 2019 - Stefan Ghijsen

Zgn. startersjob eindelijk een feit sinds 1 maart 2019

In 2018 werd het voorstel gelanceerd om jongeren zonder werkervaring extra voordelig te kunnen aanwerven. Het ging om de zgn. startersjob, maar het wetgevend kader daaromtrent heeft lang op zich moeten laten wachten. Uiteindelijk heeft de wetgever zijn werk rond gekregen en kan de maatregel met terugwerkende kracht sinds 1 maart 2019 toegepast worden. We bekijken de maatregel op zich en de voorwaarden om te kunnen toepassen.

De regeling omtrent de startersjob houdt in dat een werkgever jongeren onder de 21 jaar, die ten vroegste sinds 1 maart 2019 zijn aangeworven, een brutoloon kan toekennen dat lager ligt dan het minimumloon. Het brutoloon wordt verminderd met een percentage afhankelijk van de leeftijd, nl. met 18% indien jonger dan 19 jaar, met 12% indien 19 jaar en met 6% indien 20 jaar. Uiteraard bekomt de jongere wel het minimumloon vermits dat wordt toegedicht met een compenserende toeslag om aldus aan het minimum te komen. De jongere moet privé geen belastingen betalen op de compensatie. De werkgever moet die compensatie betalen, maar die wordt omgezet in een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. De vrijstelling wordt niet enkel aangerekend op de bedrijfsvoorheffing van de startersjob, maar op de globale massa aan bedrijfsvoorheffing in de onderneming. Is er niet voldoende bedrijfsvoorheffing om de compensatie daarvan in mindering te brengen, dan wordt het saldo aftrekbaar van de bedrijfsvoorheffing van de volgende maanden van hetzelfde jaar.

Niet alle werkgevers kunnen van die maatregel gebruiken maken. Zij moeten immers onder de CAO-regeling vallen of m.a.w. behoren tot de private sector, en de werkgever mag niet onder een paritair comité vallen met een degressief jongerenbarema, tenzij dat beperkt blijft tot studenten. Zo kunnen bv. werkgevers van PC 200 (bedienden) er geen beroep op doen wegens het degressief jongerenbarema in die sector. Naast de maximumleeftijdvereiste komen niet alle jongeren in aanmerking zoals diegene die werken met een leerovereenkomst. Ook jobstudenten, flexi-jobs en jongeren in een systeem van alternerend leveren vallen uit de boot.

Een belangrijke voorwaarde in het verhaal is dat de jongere geen beroepservaring mag hebben. Daar is maar sprake van indien de jongere in het zesde tot en met het derde kwartaal (4 kwartalen) voorafgaand aan het aanwervingkwartaal hoogstens één kwartaal een tewerkstelling had groter dan 80% van een voltijdse job. Bij welke werkgever die werkstelling gebeurde en in welke sector die plaats vond, speelt geen rol. Het voorgaande betekent dus geenszins dat de jongere werkloos moet zijn, en prestaties van meer dan 6 maanden terug tellen niet mee. Zo een werkgever bv. op 1 juli 2019 een 20 jarige wil aanwerven, dan loopt de referentieperiode om uit te maken over er al dan niet sprake is van onvoldoende werkervaring van het eerste kwartaal 2018 tot en met het vierde kwartaal 2018. Daarin mag de jongere hoogstens één kwartaal een tewerkstelling groter dan 80% van een voltijdse job gehad hebben opdat de startersjob-regeling kan toegepast worden.

terug naar overzicht

Stefan Ghijsen

Vennoot Alaska Kortrijk-Ieper
+32 (0)56 22 26 02
+32 (0)477 34 93 42

Gerelateerde artikels

Fiscaal advies
25 april 2023 - Stefan Ghijsen

Wat zijn de aangiftetermijnen in 2023 voor de aangiften in de personenbelasting?

Grondige wijziging. 

Lees meer
Fiscaal advies
9 september 2022 - Stefan Ghijsen

Nieuwe berekeningswijze van de 80%-grens voor zelfstandige bedrijfsleiders

Laat uw premie herberekenen.

Lees meer
Fiscaal advies
19 juli 2022 - Stefaan Kindt

Afzonderlijke aanslag van 10% bij ten onrechte aanleggen liquidatiereserve terug te vorderen?

Wat zegt de minister van Financiën?

Lees meer

Nieuwsbrief

Altijd up-to-date blijven met Alaska

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws. Schrijf je meteen in voor de Alaska nieuwsbrief!